Als onze wereldbeeld natuurkundig materieel is volgt automatisch dat ook alle gebeurtenissen het gevolg zijn van een bepaalde oorzaak vanwaar het gevolg vaststaat. Met een materieel wereldbeeld bedoel ik de door ons gekende natuurkunde waarin de wereld volledig bestaat uit materie welke exacte natuurwetten volgt. Daaruit volgt dat alles dan al van bij het begin zou moeten vastgelegen hebben, inclusief onze aarde en al het andere dat we hier kennen. En dat is wel een heel vreemde logische consequentie. Geen enkele oorzaak heeft meerdere mogelijke uitkomsten in een materiëel wereldbeeld en exacte natuurkunde. Als alle details precies genoeg omschreven zijn kan op voorhand, de vaststaande uitkomst worden bepaald door natuurkundige wetten en wiskundige berekening. Zo is het dus logisch dat alles wat er bestaat van bij het begin, van bij de Big Bang al, precies vast zou moeten liggen inclusief ons bestaan en ons denken. Stof om over na te denken. |
Het vraagstuk van determinisme of vrije wil heeft vele filosofen, fysici en parapsychologen beziggehouden. Hoewel het lijkt alsof we kunnen doen wat we willen en vrij zijn om keuzes te maken, zijn er toch enkele tegenstrijdigheden. Vele malen is gebleken dat een helderziende de toekomst exact kon voorspellen. Dit is vaak aangetoond, bijvoorbeeld door de wereldberoemde stoelenproeven van Prof. Tenhaef met de internationaal befaamde paragnost Gerard Croiset. Croiset kon talloze keren een exacte persoonsbeschrijving geven van iemand die later op een bepaalde stoel, op een bepaalde dag in een zaal zou gaan zitten. Wanneer de toeschouwers de zaal betraden, werd door loting beslist op welke stoel men zou gaan zitten. Van tevoren was een filmopname gemaakt van Croisets voorspelling. De film werd vervolgens getoond en de persoon op de stoel werd gevraagd of de beschrijving klopte. Deze proeven werden onder wetenschappelijke condities uitgevoerd. Dit roept de vraag op of de toekomst voorbestemd is en of een voorspelde toekomst kan worden gewijzigd.
Niet alleen parapsychologen, maar ook wetenschapsfilosofen hebben met dit vraagstuk geworsteld. Het raadsel is al sinds de oudheid bekend, en vele filosofen hebben zich hierover gebogen. Dit vraagstuk is complex omdat het wijst op een paradox. Volgens ons materiële wereldbeeld heeft alles een oorzaak (het causaliteitsprincipe). Vanuit die oorzaak kan men wetenschappelijk exact bepalen wat er zal gebeuren. Als je alle factoren van een fysieke actie kent, kun je het resultaat nauwkeurig berekenen. Als ik bijvoorbeeld een ei in een glas water laat vallen, kun je met behulp van wiskunde en fysica berekenen wanneer het ei de bodem zal raken, mits je het soortelijk gewicht en de positie van het ei kent. Dit ligt dus vast. Zo zit het hele materialistische wereldbeeld in elkaar. Maar als alles op deze manier functioneert, dan is alles voorbestemd en bestaat er geen toeval.
Als ik met een dobbelsteen gooi, ligt al van tevoren vast waar de dobbelsteen terecht zal komen en hoeveel ogen er naar boven zullen liggen. Dit hangt af van de preciese fysische en wiskundige omstandigheden van de worp. Als je deze factoren nauwkeurig zou kennen, kun je ook de worp berekenen. Toeval bestaat immers in de wetenschap niet.
Wetenschappelijk werd bovendien aangenomen dat het bewustzijn in de hersenen huist. Omdat volgens het materiële wereldbeeld de hersenen een fysiek bouwwerk van de natuur zijn, dat werkt met elektrische en chemische reacties, zou daaruit volgen dat ook onze gedachten en dus onze beslissingen vooraf bepaald zijn. Er zou dan geen vrije keuze bestaan en de toekomst zou vastliggen. Toch lijkt het alsof wij kunnen kiezen. Als wij bijvoorbeeld op reis willen gaan en kunnen kiezen tussen Amsterdam en Parijs, zou van tevoren al vastliggen welke reis we zouden maken. Vandaar de paradox.
Kwamtummechanica
In het begin van de twintigste eeuw dook er in de fysica een nieuw raadsel op. Het begon toen Planck ontdekte dat energie zich slechts in pakketjes van een bepaalde hoeveelheid kon manifesteren. Deze waarde is heel klein, maar laat geen tussenwaarden toe, alleen hele veelvouden. Aanvankelijk durfde Planck niet met zijn tegenstrijdige theorie naar buiten te komen. Stel je voor dat je thermometer graad per graad zou verspringen in plaats van langzaam te stijgen. Als de thermometer 20 graden aangeeft en je voegt een kleine hoeveelheid warmte toe, moet hij ofwel op 20 blijven staan of plots naar 21 springen; een tussenstand is niet mogelijk. Dit is een simplistisch voorbeeld, maar Planck had gelijk. Energie gedraagt zich in pakketjes, ook wel kwanta genoemd.
Toen Heisenberg ontdekte dat men op subatomair niveau nooit tegelijkertijd twee verschillende gegevens kon waarnemen, zoals bijvoorbeeld de snelheid en positie van een deeltje, stortte de hele Newtoniaanse fysica in. Heisenbergs onzekerheidsprincipe stelde dat hoe nauwkeuriger je één van de twee probeert te meten, hoe onnauwkeuriger het andere gegeven wordt. Bijgevolg kan je nooit precies berekenen waar een bepaald deeltje op een bepaald moment aanwezig zal zijn. Op subatomair niveau blijkt de wereld uit schimmen te bestaan. Het enige dat met exacte nauwkeurigheid kan worden bepaald, is de kans dat een deeltje zich op een bepaalde plaats kan bevinden. Dit betekende dat men niet meer exact een bepaald gevolg kon berekenen. De theorie evolueert al decennia en het is vast komen te staan dat ze correct is.
De rol van ons bewustzijn
Niet alleen in het sub atomische zou dit invloed hebben, maar eigenlijk van daaruit op de gehele wereld. Het bewustzijn van de proefnemer beïnvloedt het resultaat van het experiment. Als men wil weten of licht een deeltje of een golf is, dan wordt door het soort experiment bepaald of men een deeltje of een golf vindt. Degene die het experiment uitvoert kiest voor het ene of het andere experiment en van daaruit bewerkt zijn bewustzijn, of hij of een deeltje (foton) of een golf (lichtgolf) vindt. Maar het kan niet beide zijn. Ook blijken subatomaire deeltjes beslissingen te kunnen nemen en bezitten ze dus een bewustzijn. Het voert ons te ver hier de hele kwantumtheorie te gaan uitdiepen, maar wetenschappelijk staat nu vast dat het bewustzijn een invloed heeft op de materie en ze in feite creëert. We scheppen zelf (in groep) onze werkelijkheid, en ons bewustzijn moet holistisch zijn. Wij en alles dat bestaat is één ding. Er bestaan geen afzonderlijke onderdelen. Alles is bewustzijn (God) en wij zijn allen het geheel. Dus God is de wereld. Ook hier kreeg men met de vraag te maken of de toekomst vast ligt of er een vrije keuze bestaat.
Laat me dit even verduidelijken met een voorbeeld. Stel nu dat je kan beslissen een bezoek te kunnen brengen aan Piet of aan Jan. Als je bij Piet bent ben je niet bij Jan. Dit betekent nu concreet dat beide mogelijkheden reële werkelijkheden zijn, die beiden bestaan. Maar je kan ze niet beide waarmaken. Je kan slecht één keuze maken, terwijl beide werkelijkheden mogelijk zijn en even werkelijk zijn; naargelang je beslissing. Vanaf het moment af dat je beslist hebt, vervalt de mogelijkheid dat je bij de andere bent. Vanaf de moment dat je beslist hebt ligt je toekomst vast.
Het paranormale
Als je bij een zeer bekwame helderziende je toekomst laat voorspellen en hij ziet je aanwezigheid bij Jan, dan zit je automatisch in die wereld waarin je bij Jan zult gaan, anders kan hij je daar niet waarnemen. De perfecte helderziende zou anders je toekomst niet kunnen voorspellen.
Parapsychologisch heeft men hier onderzoek naar gedaan. Een krachtige helderziende werd gevraagd te voorspellen door welke deur de proefpersoon naar buiten zou gaan. Deze proeven slaagden. Maar nu veranderde men het experiment: men zou eerst de voorspelling afwachten en dan de helderziende misleiden door opzettelijk de andere deur te nemen. Telkens wanneer men zich had voorgenomen het tegenovergestelde te doen van wat voorspeld was, kreeg de paragnost geen duidelijk zicht op de situatie; het werd schimmig. Dit betekende dat de toekomst inderdaad niet gewijzigd kon worden.
Men herhaalde het experiment. De helderziende moest nu een persoon beschrijven die naast iemand in de tram zou staan. De tram die genomen zou worden, werd van tevoren gekozen. Vervolgens probeerde men opzettelijk een ander tijdstip of een andere tram te nemen om de voorspelde toekomst te doen falen. Dit lukte niet. Wanneer men een andere tram nam, bleek de beschreven persoon op die tram naast de proefpersoon te staan. Het onderzoek toonde dus aan dat er zowel keuze als voorbestemdheid bestaat.
Denis
bronliteratuur: De andere kant van de reali-tijd – Peter Andreas; De dansende Woe-Li-Meesters – Gary Zukav; De Tao van Fysica – Fritjof Capra; Gebruik uw zesde zintuig – Prof. Milan Ryzl; God in de nieuwe natuurkunde – Prof. Paul Davies; Heelheid en Impliciete Orde – David Bohm; Het geheim van de natuurkunde – L. Krauss; Het Holografisch Universum – Michaël Talbot; Het wezen van je persoonlijke werkelijkheid – Jane Roberts; Individu en wereldgebeuren – Jane Roberts; Moderne fysica 1 en 2 – Freidrich Katcher; Parapsychologie – Prof. Tenhaef; Seth spreekt – Jane Roberts; Tijdtunnel – Ernst Mechelburg |