Ghosthunters
Geschiedenis van “Geesten in beeld”
- Er zijn enkele authentieke geestfoto’s beroemd geworden die heel toevallig verkregen zijn en tot nu toe nog steeds erkenning krijgen. Toen waren er nog geen digitale camera’s en met fotografie waren niet veel kunsten uit te halen op dubbele belichting na. Wie daar iets van kent kon deze er echter uithalen, zelfs vanaf negatief al.
- Sedert de jaren 60 bestonden er ook bandstemmen die we nu EVP noemen. Die waren ontdekt door Jürgenson waarna Raudive het meeste onderzoek deed. Dit was steeds met nieuwe banden en een gewone bandrecorder.
- Wetenschappelijk deden onderzoekers van de SPR soms bij gelegenheid ook onderzoek op plaatsen waar zeer frequent poltergeistfenomenen voorkwamen. Dit deed men met filmcamera’s en cassetterecorders. Men probeerde ook allerlei meettoestellen en het was William Roll die de eerste elektromagnetische sporen detecteerde.
De geestfoto’s
Een 15 tal jaren geleden begonnen de eerste websites met het plaatsen van ghostfoto’s. Oorspronkelijk waren dat het meestal foto’s waar ergens een gezicht viel te herkennen dat er niet kon zijn. Dat zijn nog steeds de beste geestfoto’s.
Er waren echter foto’s, vooral foto’s met lange belichtingstijden die veegsporen hadden die veroorzaakt werden doordat de sluiter langer openbleef dan men het toestel vasthield om de foto in beeld te brengen. Een lichtbron was dan in staat nog een heel spoor op de film te maken dat uiteraard ook bij de afdruk aanwezig was. Aangezien die gemakkelijk veroorzaakt worden en niets met geesten te maken hebben laten we deze even weg.
Er waren nog weinig ghosthunters en geestfoto’s werden beschouwd als toevalstreffers die meestal door de gewone man tijdens het familiekiekje voorkwamen. Je zag het maar als de foto’s ontwikkeld waren. Daarom was fotograferen in de hoop een geest vast te leggen een onhaalbare zaak. Wie zich een digitaal toestel kon veroorloven, kon een aantal foto’s meer maken.
Met de eerste digitale fototoestellen verschenen ook de eerste foto’s met orbs of lichtbollen. Gezien we deze dingen nauwelijks kenden van analoge fototoestellen werden deze foto’s als zeer mysterieus beschouwd. Orbs waren toen nog energie van geesten en er waren websites met honderden foto’s met orbs die als geestfoto getypeerd werden.
Zeldzamer waren geestfoto’s met mistige wolken, draaikolkachtige fenomenen of andere. Aan de top stonden natuurlijk nog steeds de foto’s met gezichten of lichaamsvormen in mistige vorm of schaduwvorm.
Digitale camera’s werden goedkoper en men ging op fotojacht met fototoestellen in de hoop orbs of betere geestverschijnselen te kunnen vastleggen.Men had immers echte wetenschappelijke onderzoekers aan het werk gezien bij reportages zoals bijvoorbeeld de Enfield poltergeist die onderzocht werd door Maurice Grosse die er maandenlang onderzoek ter plaatse verrichte met beroepsfotograaf en geluidsrecorder. Men slaagde erin op die manier bewijsmateriaal te verzamelen en veel verklaringen uit te sluiten door intelligent en zeer doordacht te werken en te onderzoeken met nauwkeurige optekeningen.
Hoewel EVP meestal nog niet gebruikt werd op ghostlocaties, begon men geluidsopnames te maken die dag en nacht bleven voortlopen op dergelijke actieve locaties. Vooral draagbare cassetterecorders waren toen favoriet onderzoeksmateriaal om mee te nemen om nadien te onderzoeken op vreemde geluiden en stemmen.
In navolging van de detectie van Electromagnetische velden werden de eerste tri-field EMF meters verkocht om geesten op te sporen. Een onderzoek door William Roll had immers elektromagnetische velden gedetecteerd op een ghostlocatie waar nogal wat activiteit was.
Op veel ghostfotosites en ghosthunter websites werd men stilaan bewust dat het vooral digitale camera’s waren die het meeste orbs vastlegden al was het een enkele keer ook wel mogelijk met een kleine compacte analoge camera.
Het duurde dan slechts enkele jaren eer men ontdekte dat men de orbs moest opdelen in ghost-orbs en stoforbs en men had daar allerlei theorieën rond om dat onderscheid te maken. Zeker in leegstaande stoffige panden waar ook de wind nog binnen kon waren flitsfoto’s meestal voorzien van de nodige orbs.
Intussen kwamen de eerste reality-series die het over spookgeschiedenissen hadden en waar de programmamakers zelf enkele onderzoekingen deed terwijl men aanvankelijk nog niet zoveel van het paranormale wist. Maar die afleveringen waren een technische zaak en vooral moesten ze verkopen aan tv-zenders. Om het boeiender te maken werden ook locaties onderzocht waar geen elektrische voorzieningen waren en waar het donker was. De eerste opnames met IR-videocamera’s werden vanuit de hand gemaakt door de teamleden.
Er kwamen heel veel reeksen en snel ontstonden heel veel nieuwe ghosthunters die daar wel iets avontuurlijks in zagen. De kennis haalde men niet uit studie van de verslagen van ernstige parapsychologische instituten maar van de reality-series.
De eerste onderzoekingen gebeurden meestal stiekem ’s nachts op kerkhoven maar stilaan wilde men op beroemdere spookplaatsen terecht kunnen.
Omdat er weinig meer bezieling achter zat dan de hoop een geest op video of geluid te kunnen vastleggen en de mogelijkheden daar bij de meesten stopten, was het in navolging van de tv-teams nodig om steeds meer uitrusting mee te slepen. Een goed ghostteam moest niet langer bestaan uit één of twee onderzoekers maar uit een ploeg waarbij er een de specialist geestfoto’s was, een voor geluidsopnames welke intussen digitaal gemaakt werden, en een of liefst voor de meerdere infraroodcamera’s. Goedkopere EMF “ghostmeters” verschenen op de markt en dat waren zowat de minimumvereisten van de volwaardige would-be “paranormaal onderzoeker”. Dan was er uiteraard nog een teamlid nodig die het gehele onderzoek zelf op video kon vastleggen en monteren en dan moest men alleen nog maar spookhuizen of geesten vinden.
Velen informeerden bij mij om te weten waar ergens in België spookhuizen waren die ook nog toegankelijk waren en waar liefst ook nog elektriciteit beschikbaar was voor de intussen vaste IR-camera’s en recorders. Deze voorwaarden vind je hier uiteraard niet zomaar want als eens iets ouds en interessants leeg staat dan is het vaak “verboden toegang” en omheind. Dit was dus voor velen wel een frustratie want wat er nog stond was museum, privébezit, gebruikt voor nieuwe doeleinden en andere. Dit ging dus in praktijk niet zo goed als bij de crews van tv.
Er kwamen meer en meer apparaten voor in de series die uiteraard graag opgevolgd werden. Sommigen hadden zelfs een warmtecamera en zelfs soms een nachtkijker. Walkie-Talkies werden gebruikt samen met EMF meters wat natuurlijk in strijd is.
Toch begonnen de makers van de series ook in te zien dat al deze technieken niet zoveel voortbrachten dat ook niet op een andere, duidelijkere manier kon ervaren worden. Waarom moest je een K2 meter hebben om aan een geest te kunnen vragen om langs daar te antwoorden door meer lichtjes te laten aangaan als het ook spectaculairder werkte met een zaklamp?
Het nemen van foto’s op locaties was het eerste dat wegviel en ook de EMF meter, de laserthermometer en de peperdure warmtecamera produceerden zo goed als niets.
De infraroodcamera’s bleven nog behouden maar dat toonden ook zeer zelden iets. De meeste ghosthunters hebben geen 20 camera’s en leggen niets vast. Intussen zag je in de series ook steeds minder apparatuur en zag je geen EMF meters, fototoestellen, IR handvideocamera’s en FLIRcamera’s meer. Het enige wat nog af en toe iets opleverde was EVP en daar was aparte opname niet voor nodig aangezien de tv-crew wellicht de beste geluidsopname had.
De rol van de EMF meter werd gedegradeerd om te meten hoeveel EMF er was en als dat meer dan enkele milligauss was ging de theorie bij vele tv-crews dat dit net hallucinaties kan veroorzaken. In werkelijkheid is dat onjuist omdat er inderdaad wel testen gedaan zijn met EMF velden en er inderdaad bij sterke EMF dichtbij de slaapkwabben van de hersenen bepaalde hallucinatieachtige vervormingen konden ontstaan, maar het was wel zo dat de magneetspoel tegen je hoofd geplakt hing en men er extreem hoge velden door stuurde die in de natuur nergens kunnen voorkomen.
Om juist te zijn beginnen de eerste illusies slechts vanaf 300 mGauss. (en dus kan dit niet in een ruimte waar 3 mGauss is). Maar zo’n hoge dosis komt nergens voor, dus dat is onzin. Het is wel aangetoond dat dit een kleine invloed kan uitmaken, maar de benodigde dosis is nogal extreem onnatuurlijk hoog zoals die nergens voorkomt.
Betreft IR camera’s ga nu niet zeggen dat ze niets kunnen vastleggen, maar over het algemeen zijn dat dan meer dingen die bewegen dan geesten. Het kan eens lukken als de meerdere camera’s dagen en nachtenlang doorfilmen en zo zijn we terug tot het technisch niveau van vóór de ghosthunters. Waar veel activiteit is kan dit evengoed gedaan worden door de bewoners met een webcam of videocamera.
Gezien vele ghosthunters ook geen geestproblemen kunnen oplossen, hebben ze weinig te doen op bewoonde locaties, waar bewoners hulp zoeken. Sommigen nemen hun toevlucht evenwel tot salie branden of wijwater sprenkelen, maar dit is meer voor de show en om het onderzoek te kunnen doen.
Toch moet het hoofddoel er een zijn die hulp kan bieden voor zowel de personen die erdoor geplaagd worden als voor de vastzittende geesten. En dat is mogelijk maar niet door een geloofsritueel. Hierdoor kan een aardgebonden geest hoogstens wat alerter gemaakt worden op het feit dat hij mensen hindert en men hem/haar weg wil. Deze kan zich tijdelijk wat meer verborgen gedragen. Als je echter na enkele maanden nagaat of die salie of andere rituelen geholpen hebben dan kiezen de bewoners toch maar voor de verhuis als het mogelijk is boven nog eens salie te branden. Bijna niemand geeft toe dat het wel iets heeft uitgehaald behalve dan een tijdelijk effect. Ook is niemand verheugd met een heel team jonge “specialisten” die je hele huis doorkruisen met een aantal personen tegelijk en duidelijk alleen de sensatie zoeken.
Toch is hulp mogelijk maar niet op een dergelijke manier.
Intussen zie je de zo populaire reality ghostseries zo verminderen en denk ik dat de rage onder de avonturiers ook zal wegzakken als er verder onvoldoende kennis omtrent het paranormale is. Als je werkelijk een probleem hebt neem dan tenminste de moeite iemand te zoeken die een natuurlijke kennis heeft van het paranormale of iemand die de situatie psychisch JUIST aanvoelt. Dat er een klein onderzoek gebeurt is logisch en soms nuttig maar het mag niet het doel op zich zijn. Vaak raad ik mensen zelf aan om geluid of beeld op te nemen als er hoge activiteit is en dat helpt nog het meest om meer te weten te komen of mogelijke natuurlijke verklaringen te kunnen ontdekken die uiteraard ook kunnen.
Als je hulp nodig hebt met paranormale problemen van deze of andere soort klik dan gratis en vrijblijvend Contact.
Denis
© 2012 Aura-Oasis – Denis Dhondt