Entiteiten en psychische problemen

Entiteiten en psychische problemen

De sferen – de bron van de kennis

Als ik over de sferen na de dood ga schrijven, vraag je je natuurlijk af waar ik deze kennis vandaan haal. Allereerst moet ik zeggen dat er veel bekend is uit de tijd dat spiritisme bekend en succesvol was. De man die de SPR (Society for Psychical Research) oprichtte, Frederik Myers, probeerde zijn hele leven lang een bewijs voor leven na de dood te vinden waarvoor geen helderziende, telepathische of andere verklaring mogelijk was. Vaak was doorgegeven informatie over overleden verwanten juist, maar men kon nog steeds zijn toevlucht nemen tot animistische verklaringen.

Na zijn dood kwamen er via automatisch schrift vreemde boodschappen door bij zes mediums verspreid over de wereld. Het waren paragrafen zonder afzonderlijke betekenis die raadselachtig voorkwamen. Deze teksten werden telkens ondertekend door Myers en hij vroeg daarbij deze automatische geschriften door te sturen naar de SPR. Toen men deze automatisch geschreven boodschappen bij elkaar legde, vormden ze een ongelooflijk krachtig staaltje spiritisme. De boodschappen pasten als puzzelstukken in elkaar en vormden een essay over het leven na de dood, gebaseerd op filosofische werken die alleen Myers had bestudeerd. Dit werd bovendien ontvangen door zes verschillende mediums die van elkaar niet op de hoogte waren. De boodschappen samen vormden een enorme tekst en een groot werk. Dit krachtige spiritistische fenomeen, dat niet anders dan spiritistisch te verklaren was, vormde de zogenaamde “kruiscorrespondenties”.

Nog vele jaren na zijn dood liet Myers opnieuw van zich horen. Ditmaal gaf hij informatie over de bestaanssferen na de dood. Hij beschreef de evolutie waarin wij allen worden meegesleurd, van een primitieve vorm van pril bewustzijn tot holistische kennis en eenheid in één AL. Uit deze communicaties en spiritistische werken van andere grote onderzoekers van hoog niveau voor die tijd, werd deze kennis vergaard en bleek ze te kloppen. Ook viel hiermee een puzzel in elkaar. Alles was ermee te verklaren: helderziendheid, eenheid, leven na de dood, reïncarnatie, het lot, karma, de evolutie van de mens via de kundalini, geesten. Kortom, verschillende bekende theorieën vielen samen en waren nergens in strijd.

Dit kan men niet zeggen van veel hedendaagse manieren van het verzamelen van spirituele kennis. Bovendien had spiritisme een bijzonder grote bewijskracht dat het om iets ging dat werkte, of dat nu via helderziendheid of via leven na de dood werd verklaard. Dus tot zover mijn inleiding over hoe we tot kennis van leven na de dood komen. Die kennis van spiritisme, gevolgd door de kruiscorrespondenties, is verder gegroeid via andere werkende technieken zoals kennis verworven uit regressiehypnose.

De sferen, de aard van diverse werkelijkheden

In de astrale sfeer gaat elke levensvorm over, inclusief planten, dieren en meer, wanneer ze hier uit hun fysieke bestaan worden ontrukt. Een slang die gewend is in het oerwoud te leven, zal daar ook in een oerwoudachtige sfeer terechtkomen, als gevolg van het natuurlijke denkpatroon en het beeld dat ze heeft van haar leefwereld.

De laagste sferen bevatten zeer primitieve levensvormen, waarbij de eerste taak is om op een zeer primitieve manier bewustzijn en waarneming te verkrijgen.

In deze lage sferen wordt het ego gevormd uit het bewustzijn. Men leert dat men anderen moet verslinden om te eten, en dat men met macht de zwakkeren kan verdrukken. Je hebt zowel overleden zeer agressieve egocentrische mensen die over lijken gaan als overleden roofdieren. Deze sferen na de dood zijn ellendige sferen waar iedereen op iedereen jaagt in volle agressie, totdat men leert te verdelen en samen te werken, maar meestal nog steeds vanuit eigenbelang.

Zodra dat eigenbelang verdwijnt, verdwijnt ook de motivatie om wreedheden te begaan (dit hoeft niet fysiek te zijn, geestelijke terreur is ook mogelijk). Deze derde sfeer lijkt een beetje op onze aardse sfeer en is vrij fysiek van aard.

Wanneer we verder evolueren, beginnen we te begrijpen dat geven een prettige voldoening geeft. Hiermee bedoel ik niet het geven van een cadeau omdat het bijvoorbeeld Nieuwjaar is, maar het geven van liefde en het doen van goede daden voor anderen. Hierbij merk je dat er vriendschap en liefde terugkeert en dat je goed kunt opschieten met anderen. Hiermee worden de eerste paranormale vermogens verkregen, zoals genezend op iemand inwerken.

We kunnen zo verdergaan naar een volgende stap waar liefde geven het doel van iemands eigen genoegdoening wordt. En dan bedoel ik niet de primaire driften van liefde, maar de dingen die je doet uit echte liefde zonder iets terug te verwachten. Dit kan alleen in een wereld waar gelijkgestemden zijn. Deze sfeer kan je niet delen met de sfeer van de agressieve, rovende geesten die altijd in strijd zijn om iets te verkrijgen. Ook machtswellust kan over lijken gaan, het hoeft niet alleen een overlevingsdrang te zijn.

Hoe hoger de sferen, die zeven grote verdelingen hebben—van vormen van primitief bewustzijn, bewustzijn en ego, het samenwerken omdat je er iets voor terugkrijgt (zoals hier op aarde, geld voor werk), liefde voor de voldane gevoelens die men achterlaat, geestelijke creatie, intuïtieve geestelijke hulp en harmonische eenheid—hoe meer liefde de spil is van de evolutie naar het AL, de totale harmonische eenheid. In de sferen waar veel liefde is, is er veel licht, niet zonlicht, maar innerlijk licht. In de lage agressieve sferen is het duister en koud en is het leven hard, omdat iedereen moet leven door te onttrekken van een ander.

De levensvormen

Als we de levensvormen samen nemen, merken we dat er enorme verschillen zijn, van pure agressie voor eigenbelang tot opperste verhevenheid. Laat ons even bij de overleden menselijke soort blijven, die taal als communicatiemiddel heeft en met mensen kan corresponderen. Je zou dus kunnen zeggen dat er “roofzuchtige geesten” en “goede zielen” zijn. Deze uitersten kun je ook “duivels” en “engelen” noemen (de religieuze visie) of “demonische figuren” en “hogere gidsen” (mythologische visie). Al deze varianten zijn hier op aarde aanwezig in een incarnatie. Hoe hoger de ziel is, hoe minder ze zich blindstaart op een aardse sfeer. Daarom blijven zielen die het dichtst bij de aarde verbonden zijn meestal nog vrij bezitterige geesten met aardse verlangens en zonder lichaam. Als deze wezens niet naar het licht willen gaan, blijven ze rond de aarde hangen om materiële, agressieve, bezorgde en andere redenen. De BDE verplicht je niet naar het licht te gaan. Het AL laat altijd een vrije keuze.

Deze verdwaalde zielen missen een lichaam dat ze op aards niveau kunnen gebruiken om aardse verrichtingen te doen, zoals alcohol drinken als ze zich kunnen verbinden met iemand die drinkt en die een zwakke aura heeft waarin ze kunnen binnendringen. Ze missen ook communicatie en iemand die naar hen luistert, want bijna niemand hoort of ziet hen.

Vaak worden ze als geestfiguren beschreven die men op deze aarde waarneemt, vaak als donkere schimmen die er slecht en rovend uitzien. Ze worden vaak opgemerkt in ooghoeken en donkere spiegels. Dit zijn de lage entiteiten, zoals een rover die zich in een zwart pak met masker hult en ’s nachts steelt. Zo verbergen zij zich schichtig voor ons.

Entiteiten

Entiteiten kunnen ook overledenen zijn die proberen gebruik te maken van iemand.

Er worden ook lichtende entiteiten waargenomen die zich zwevend verplaatsen. Deze laatste komen soms alleen maar kijken hoe het met iemand gaat of zijn goede zielen die nog om een of andere reden in hun woning leven. Ze zullen niet proberen iemand angst aan te jagen. Bij deze komen vaak ook beschermgeesten voor (gidsen, engelen). In de esoterische zienswijze zijn het gidsen die rond ons zijn en alleen via ons gevoel en intuïtie iets laten aanvoelen, maar de rest van de beslissingen in dit leven overlaten aan de vrije wil en vrije keuze van degene die de aardse ervaring moet opdoen.

De lagere entiteiten zijn echter rovers die, zodra ze merken dat iemand ontvankelijk is voor hen, proberen diegene te gebruiken. Lukt dat niet volledig alleen, dan komen meerdere gelijkgestemde entiteiten bijeen rond iemand waar ze vat op krijgen. Eerst proberen ze het lichaam te ‘hosten’, als dat niet lukt, proberen ze het menselijke slachtoffer dingen te laten doen waarvan zij denken dat het henzelf ten goede komt. Ze zullen uiteraard ook proberen iemand uit zijn lichaam te krijgen (bijvoorbeeld door aan te zetten tot zelfmoord) omdat ze denken dat zij dan in dat lichaam, op het moment dat de geest ontsnapt, hun intrede kunnen doen en weer als mens kunnen leven. (In sommige gevallen kan dat. Iemand die uit een coma ontwaakt, kan ontwaken als een andere persoonlijkheid die niets met de originele te maken heeft. De eigenaar van het lichaam is dan overleden en de entiteit gaat het lichaam gebruiken omdat het nog kan herstellen. Dit is zeldzaam, maar er bestaan zeker enkele krachtige bewijzen hiervoor.)

De aardgebonden entiteiten waar wij last van kunnen krijgen, zijn dus die lage, duistere demonische of duivelse levensvormen. Hoe je ze beschrijft maakt niet veel uit, het verwijst alleen naar de Bijbelse “duivels die weigerden met God samen te leven en zich afkeerden van het licht” of, mythologisch gezien, “de demonen”. Het zijn echter overleden zielen met een laaghartig karakter. Hitler is een voorbeeld van een demonische ziel die over lijken ging om zijn machtswellust te bevredigen. Je zou hem dus een demonische geïncarneerde figuur kunnen noemen.

Het zijn deze entiteiten die iemand last kunnen bezorgen door in te dringen via lichaam of geest, of door te communiceren (stemmen horen), en het slachtoffer te gebruiken om hun leefomgeving meer naar hun zin te maken. Ook seksueel gebruik komt voor. Entiteiten hebben nog seksuele lusten. Niet toevallig zijn degenen die daar last van hebben vaak mooie vrouwen.

Althans dat is mijn visie op veel (NIET ALLE) geestelijke kwellingen. Dat het niet altijd overledenen moeten zijn die iemand geestelijk kwellen, heb ik ook al ervaren. Maar een overledene kan zich gemakkelijker verschuilen en veiliger werken, vooral als ze weten dat ze niet waargenomen worden door anderen.

Diagnoses (psychiatrisch, alternatief)

Of je het nu demonen, duivels, DIS-persoonlijkheden of entiteiten noemt, is een kwestie van perspectief. Afhankelijk van deze visie verschilt de methode om te helpen totaal.

Het slachtoffer heeft niet altijd de mogelijkheid om voor een bepaalde techniek te kiezen, en die keuze is niet altijd mogelijk. Onze maatschappij vraagt vaak autoritair bewijsmateriaal op wetenschappelijk aanvaarde manier, bijvoorbeeld bij werkonbekwaamheid.

In erg slechte gevallen heeft de persoon die het beleeft er zelf geen inspraak meer in en beslist de dokter of de omgeving.

Naar mijn mening is het soms zeker nodig dat er psychiatrische medicijnen zijn die het lijden in extreme situaties wat kunnen verdoven. Iemand die krijst van de pijn heeft immers eerst een pijnstiller nodig; pas daarna kan men zoeken naar een oplossing.

Ik denk dat alle middelen die resultaten geven voor het slachtoffer goed zijn. Het probleem wegkrijgen is zeker niet gemakkelijk, omdat de entiteit listig tegenwerkt en het niet begrijpt. Vaak is een “niet willen” de oorzaak dat geen enkele methode helpt. Tja, als je iets niet kunt verhelpen, dan moet je de ellende beperken.

De verborgen rol van het slachtoffer

Vaak denkt het slachtoffer een onderscheid te kunnen maken tussen gidsen en slechte entiteiten, maar dat is niet altijd het geval. Gidsen komen niet via stemmen door; ze verslaven het slachtoffer niet aan hun aanwezigheid. Soms wil het slachtoffer de entiteiten zelf niet kwijt…

Het is noodzakelijk dat het slachtoffer inziet dat hij zich volledig moet distantiëren van alle entiteiten, zelfs de goede, die vaak wolven in schaapskleren zijn. Men hoort zijn gids niet op deze manier. Gidsen werken veel subtieler en geven gevoelens van goed of slecht, waarbij ze de vrije wil respecteren en geen opdrachten geven.

Je kunt er dus van uitgaan dat het echt overledenen zijn die contact nodig hebben of iemand zoeken die ze kunnen gebruiken om handelingen te verrichten. Als iemand ontvankelijk is, zal hij gemakkelijk slachtoffer worden. Vaak wordt men ontvankelijker omdat men zich openstelt of omdat de natuurlijke bescherming van de aura broos is geworden door trauma’s of kwetsuren—geestelijke wonden. Want wat is de aura anders dan een manifestatie in energie van het geestelijke lichaam?

Denis Dhondt