Het kleinste deeltje
Op zoek naar God
De theorie dat alles uit een kleinste deeltje, het atoom, bestond, was nog aan te nemen, al was dat toen al een soort “quantum”. Een kleinste ondeelbare maat waarvan je alleen veelvouden kan hebben. Je kunt geen 2,5 atomen hebben.
Toen men het atoom begon te zien als een zeer kleine kern met zeer kleine elektronen eromheen die met enorme snelheid ronddraaien, werd het al complexer. We ontdekten ook dat het atoom een enorme hoeveelheid energie bevat. Men begon het atoom verder te onderzoeken en ontdekte steeds meer deeltjes die verschillend waren en noodzakelijke onderdelen van het atoom. Neutronen, bosonen, gluons, leptons, fotonen, quarks… (en ook afgevoerde deeltjes zoals tachyonen) en dat ook nog eens in verschillende soorten. Maar er ontbrak nog een deeltje om alles mee te kunnen afronden. Intussen had men echter al zoveel onderdelen van het atoom dat men het kon vergelijken met een dierentuin – een hele zoo van meer dan 100 soorten deeltjes.
Men kon de massa niet verklaren en berekende dat er nog een deeltje moest zijn dat alles behalve fotonen vertraagde en daardoor massa gaf (zoals je in een auto voelt dat je naar voren getrokken wordt als je remt). Het duurde 40 jaar en men vond een deeltje dat waarschijnlijk het Higgs-boson was.
Door het vinden van het deeltje wordt het mysterie nu echter nog groter, want wiskundig mist men nog waarden en men heeft ook vreemde fenomenen zoals donkere materie en donkere energie. 96% van onze materie en energie zouden we niet kunnen waarnemen, maar oefenen wel invloed uit op de materie die onze waarneembare fysieke wereld vormt.
Nu stuit men op het feit dat het Higgs-deeltje (het vermeende God-deeltje) eigenlijk weer een dierentuin aan deeltjes en krachten vereist. Bovendien moet men nu met de apparatuur in meerdere dimensies gaan zoeken en zullen de benodigde energieën enorm zijn. Men noemt het nieuwe gebied dat hiermee ontgonnen wordt een “bodemloze put”.
Het geheel wordt daardoor zo complex dat het plaatje niet meer te rijmen valt. Hoe zouden er atomen kunnen bestaan als die zo’n complex onderdelenpark en precies uurwerkraderwerk vereisen met exacte wiskundige waarden om enkel en alleen een bolletje te vormen? En wie heeft die meccano dan in elkaar gemonteerd? Waar haalde men die onderdelen vandaan, want geen enkel subatomair deeltje kan het afzonderlijk langer uithouden dan milliseconden of korter.
Het ziet er al steeds meer naar uit dat we het nooit zullen kunnen oplossen of achterhalen, want deze kleinere deeltjes worden ook beïnvloed en veranderd door de metingen en experimenten die men erop doet.
Ik gebruik al een tijdje een uitspraak op het forum: “Hoe meer men de stof onderzoekt, hoe meer ze verdwijnt onder onze ogen.” Dit is letterlijk juist. Wetenschappelijke denkmethoden en mogelijkheden schieten te kort, want men zit vast in die materiële visie. We kunnen niet denken in “onzichtbare en onstoffelijke” fenomenen die niet door iets vast (materie) worden veroorzaakt. Het ziet er steeds meer naar uit dat men zijn gezichtsveld zal moeten uitbreiden tot voorbij het fysieke materiële denken.
Ook om paranormale fenomenen te verklaren schiet zo’n stoffelijk denkkader te kort. Misschien moet men eens begrijpen dat er nog zoiets is als een immateriële geest die dit mogelijk zelf een werkelijkheid maakt. Meerdere grote fysici zijn tot de conclusie gekomen dat onze materie “mind stuff” is.
Denis
© 2014 Aura-Oasis – Denis Dhondt