Paranormaal uitgetreden
geblinddoekt met motor door Parijs
Jean-Marie Lavaughe was een man die beweerde dat hij in half-trance gedeeltelijk kon uittreden. Dit betekent dat hij dus buiten zijn lichaam kan waarnemen, terwijl hij tegelijk ook zijn lichaam nog kan besturen. Dit kan echt en meestal werkt dit enkel bij bepaalde personen en of soms ongecontroleerd spontaan, of kortstondig op basis van training en voorbereiding. Maar Jean-Marie was niet de eerste de beste. Mits een goede voorbereiding beweerde hij dat uren te kunnen volhouden. Toen het televisieteam van FR3 op zoek was naar paranormaal begaafde personen voor het destijds programma Mystère stuitten ze op Jean-Marie Lavaughe. Jean-Marie was bereid dit op onmiskenbare manier te bewijzen bij een uitgedachte proef van de groep van Mystère. De vroegere kwaliteitsprogramma’s van Mystère waren van hoge kwaliteit en werden meestal onder streng gecontroleerde omstandigheden uitgevoerd.
Ze sloten een akkoord dat gezien Jean-Marie buiten zijn lichaam kon zien en tegelijk zijn lichaam kon besturen tot een vuurproef waarbij niet alleen de cameraploeg, sceptici die alle trucjes kennen, maar ook een deurwaarder was uitgenodigd om alles vast te leggen. Jean-Marie ging akkoord om onder de condities van het team en dus niet onder zijn eigen voorwaarden, een rit te gaan maken door Parijs terwijl hij zeer effectief geblinddoekt zou zijn. Verder wist Jean-Marie niets meer over zijn proef behalve dan dat hij eerst met een motor zou moeten rijden en daarna met een auto door het drukke verkeer langs de spitsplaatsen van Parijs, dwars door het centrum.
3 dagen psychische voorbereiding
Hij begon aan een voorbereiding van 3 dagen in dieet, meditatie, yoga, alfatraining, oefeningen om extern waarnemen te optimaliseren. Het camerateam kwam hem eens bezoeken teneinde ook enkele opnames te hebben terwijl hij duidelijk zichtbaar met ademhalingstechnieken in lotushouding in meditatie zat. Verder was het afwachten of het zou lukken. Na drie dagen was hij klaar voor wat je wel een vuurproef kon noemen. Hij wist niet eens welke voorzorgsmaatregelen ze tegen iedere mogelijke manier van fraude zouden nemen. Ook had hij nooit een motor bestuurd.
De voorbereiding, controle en start
Jean-Marie nam een laatste diepe ademhaling, sloot even zijn ogen en ging dan binnen in het gebouw waar de test zou beginnen. Hij was kalm en sprak zeer weinig.
Voor de deur laadde men een zeer zware nieuwe motor uit een vrachtwagen. De ervaren motorrijder en leverancier van de motor, zei dat zo’n machine besturen door iemand die dit niet gewoon was, en bovendien dan nog door Parijs gewoon gek was. Het was een machine van honderden kilo’s met een hoog vermogen. Zoiets moet je kennen of het ding rijdt je van de baan. Jean-Marie had geen kritiek op de motor die hij niet kende maar bundelde zijn volledig zelfvertrouwen. Hij keek even naar de motor, vroeg geen instructies en vertrouwde op zijn intuïtie. Hij had nog nooit met zoiets gereden.
Nu begon de deurwaarder in bijzijn van de cameraploeg die alles getrouw vastlegde zijn verzegelde zak open te maken. Jean-Marie liet getrouw toe dat men hem eerst even controleerde of hij niets bij zich had waarmee hij zou kunnen trucjes uithalen. Daarna plakte men een sensor op zijn gesloten oogleden en begon men dikke proppen watten bovenop zijn gesloten oogleden te plakken met plakband. De deurwaarder zette lijntjes op de plakband en de huid van zijn gezicht zodat je de plakband onmogelijk nog ongemerkt zou kunnen verwijderen en terugkleven op dezelfde plaats. Alsof dat nog niet genoeg was, deed men hem bovendien ook nog een blinddoek met diepe oogkleppen aan. Er onderdoor kijken was er nu onmogelijk bij. Hij kreeg ook nog enkele sensors op de kaak en een microfoon waarmee hij in staat zou zijn te praten en te zeggen wat hij onderweg zag. Dit was meer bedoeld voor de opname van de reportage, indien deze proef zou lukken.
De sceptische blindkap
De sceptici hadden een speciale kap laten maken van dubbele ingenaaide, ondoorzichtige zwarte stof. De kap was zo lang dat deze doorliep tot onder de schouders. Daarboven ging zijn anorak waarbinnen de kap onderdoor was gesloten. Onder de kap doorkijken was eveneens onmogelijk. Je zag zijn ademhaling aan de beweging van de kap die duidelijk weinig lucht doorliet. De deurwaarder en de presentator zagen dat het onmogelijk was om iets te zien.
De omschakeling van zijn bewustzijn.
En dan gebeurt iets opmerkelijks. Zonder iets te zeggen, draait Jean-Marie zich om en loopt zonder problemen, zonder ergens tegenaan te lopen door naar buiten alsof hij de weg kent en ziet waar hij loopt, recht naar de motor. Men startte de motor voor hem en liet deze warmdraaien. Daarna trachtte Jean-Marie zich wat eigen te maken met het gevoel van de motor. Op de motor waren vooraan 2 camera’s gemonteerd, een groothoek die vanaf het instrumentenbord Jean-Marie weergaf, een camera die vooraan op de motor vooruitkeek op waar hij naartoe reed, een camera die een deel van hem toonde op de motor en tevens het instrumentenpaneel met snelheidsmeter en toerenteller weergaf. Achterop de motor stond nog een camera die achteruit keek en de op motoren volgende cameraploeg waarnam. In totaal observeerden 6 tot 8 camera’s de blinde chauffeur.
Jean-Marie experimenteerde even heel kort met de gas en de versnelling, zette zich zelfzeker in beweging met wat eerste moeilijke meters en zette daarna meteen aan om door Parijs te gaan rijden zonder zintuiglijke ogen. Hij had uitgelegd dat hij in halfuitgetreden toestand door zijn uitgetreden lichaam keek en met het fysieke de motor bestuurde. Alhoewel de motor een spiksplinternieuw model was, reed hij na enige meters evenwicht zoeken redelijk stabiel.
De verbaasde cameraploeg volgde hem filmend zoals bij een wielerwedstrijd op de voet. Hij reed zeer zelfverzekerd en nam getrouw de bochten waar ze waren, beschreef enige straattaferelen zoals een licht dat op rood sprong, een voetganger die ergens ver voor zich uit overstak over het zebrapad en een ambulance die met een zwaailicht op weg was. Dat hij dat alles langs de microfoon die op zijn kaak gekleefd was, kon rapporteren was ongelooflijk. Fysiek was het duidelijk onmogelijk dat hij iets kon zien. De ondoorzichtige kap zat diep onder de anorak gestoken. Een auto voert een manoeuvre uit om rechts af te slaan en Jean-Marie maakt een ontwijkingmanoeuvre. Ongelooflijk. Dan komt hij op een stuk weg waar hij flink accelereert. (foto boven Rue d’ etoile uit 1990) Hij vertraagt dan weer en een verbaasde motorrijder die hem inhaalt, kijkt zijn ogen uit als hij die man met een kap over het hoofd zo ziet rijden over de Parijse wegen. Hij rijdt o.a. langs de Arc-de-Triomphe, het complexe Avenue Champs Elysees; Rue d’etoiles en alle andere opmerkelijke verkeersdrukke punten van deze grote stad. Enkele auto’s toeteren als ze zoiets onverantwoord zien. In Parijs zie je blijkbaar vanalles maar dat zijn ze niet gewoon. Dan komt hij op ongelooflijke drukke kruispunten terecht en rijdt tussen de in file staande auto’s even door tot waar hij moet stoppen op de vijfstrokenweg van het kruispunt om voorrang te verlenen. Hij beschrijft verder getrouw zijn route. Als hij door een donkere tunnel moet, krijgt hij het claustrofobisch benauwd en klaagt dat hij te weinig zuurstof krijgt. Hij begint zwaar te ademen en moet na de tunnel even aan de kant van de weg gaan staan. De andere motorrijders zijn snel bij hem en hij tilt even zijn kap op, happend naar adem. Daarbij is duidelijk te zien hoe de watten nog vanonder de blinddoek komen. Hij moet even op adem komen maar geeft niet op. Daarna zet hij zijn tocht verder tot op het punt waar hij aangemaand wordt te stoppen en de motor te verlaten.
Een tweede proef met de auto
Daar staat een auto geparkeerd waarmee hij verder moet rijden. Jean-Marie stapt zonder aarzelen naar de deur en grijpt met een ongelooflijke blinde precisie de deurklink van de volumewagen vast om in te stappen. Nog enkele verbaasde chauffeurs bekijken hem vanuit hun wagen en geloven hun ogen niet. De cameraploeg stapt nu ook in en de geblinddoekte chauffeur bestuurt nu na de ongelooflijke rit door de spitsfiles van Parijs, met enig aarzelend vertrouwen de wagen. Het is duidelijk dat Jean-Marie zich al een half uur heeft bewezen, maar om ook nog in de auto te gaan zitten in de onzekerheid dat er niets fout kan gaan, is gewaagd. Toch bereikt hij feilloos zijn eindbestemming na ongeveer 45 minuten. De reportage is alvast een geslaagde opzienbarende stunt. Is dit nu nog paranormaal? Een ogenblik van uitputting
Zijn krachten zijn duidelijk afgenomen en hij is licht bezweet als hij terug bij de deurwaarder en het controleteam gaat. Daar laat hij zich uitkleden waarbij men zorgvuldig let of de gesloten kap nog steeds onder de anorak zit, of de plakband nog op zijn plaats zit en die men er met een stevige ruk moet aftrekken. Duidelijk pijnlijk… Hij staat daar nu intussen in ontbloot lichaam en men controleert zijn haar, zijn oren of verborgen hulpmiddelen of frauduleuze technieken. Dit is waarlijk paranormaal te noemen, of men heeft er tenminste geen enkele logische andere verklaring voor. De nuchtere deurwaarder legt hierbij een verklaring af dat Jean-Marie zonder hulpmiddelen, volledig geblinddoekt en zonder mogelijkheid om te kunnen zien, feilloos bewezen heeft door Parijs te kunnen rijden tijdens drukke uren in drukke files en ingewikkelde straatpatronen zonder gebruik van een mogelijke manier om te kunnen zien. Zelfs op het geluid van de auto’s kan men niet zien dat 150 meter verder een voetganger aanstalten maakt een zebrapad over te steken. Men staat voor een volkomen raadsel en het lijkt erop dat hij volkomen bewezen heeft buiten zijn lichaam te kunnen waarnemen in een proef die niet door hemzelf is bedacht.
Terug in de studio met sceptici
Jean-Marie Lavaughe wordt later terug uitgenodigd in de studio, die hij nu over een korte afstand rechtdoor binnenrijdt op de motor en dit op een stuntelige manier met een kap over het hoofd. De manier waarop hij dit nu doet, toont duidelijk aan dat dit zonder waarneming is, op blind gevoel van afstand en richting. Ook zijn manier waarop hij stopt is stuntelig. Hij heeft niets meer van zijn vermogen, dat hij onder die drie dagen voorbereidde trance heeft gehad. Maar dit maal is het enkel bedoeld om hem nog enkele vragen te stellen en hem te confronteren met enkele critici die op gebied van trucs in de goochelwereld experts zijn.
Het is heel duidelijk dat tussen de proef en de studio-opname de critici zich goed hebben kunnen opmaken om zich te verdedigen. De presentator is echter iemand die zich oprecht opstelt en niet laat vermurwen. De sceptici proberen – goed voorbereid – een verklaring te geven. Het is volgens hen natuurlijk perfect na te doen. Ze kunnen hetzelfde. Daarop vraagt de presentator hen duidelijk: “jullie bedoelen dat jullie hetzelfde kunnen doen, onder dezelfde condities en voorwaarden en onder dezelfde controle?”
De sceptici, niet van plan zich uit het lood te laten slaan, antwoorden dat ze hetzelfde kunnen doen, maar op hun manier. Daar gaat de presentator niet mee akkoord en eist dezelfde condities en met dezelfde kap. De sceptici moeten toegeven en herhalen dat ze het kunnen doen, maar onder hun eigen voorwaarden in gelijkaardige omstandigheden en met een andere gelijkende kap. Dan geraakt de presentator geïrriteerd en antwoord hun, dat Jean-Marie die kans niet kreeg en dat ze ofwel hetzelfde doen, ofwel deze uitspraak van hen niet voldoet. De twee sceptici redden zich nog even door te zeggen dat het helemaal niet zo moeilijk is een decor goed in de geest op te nemen en dan volkomen blind de plaats van bepaalde dingen aan te wijzen en zich foutloos te bewegen. “Zie je”, beweert de ene terwijl hij de kap opzet, “daar staat de cameraman, daar is de ingang”… hij loopt nu enkele meters vooruit en wil naar het publiek gaan maar loopt tegen de geparkeerde motor aan, die hij blijkbaar niet goed in zijn bewustzijn had opgenomen. Het publiek begint hen uit te lachen en de presentator vindt het welletjes, de twee sceptici blijven in de kou staan.
Hij gaat nog even zitten met Jean-Marie Lavaughe die nu duidelijk in een gewone bewustzijnstoestand is en vraagt hem nog even hoe hij dit werkelijk deed. Hij legde uit dat hij in een gedeeltelijke uittreding alles kon waarnemen van buiten zijn lichaam. De video met de opname van deze proef ligt ter inzage voor de leden in de bibliotheek. De proef is werkelijk ongelooflijk en alleen al maar kijken naar de video (met Franstalige commentaar) is fascinerend. Dit is overtuigend genoeg en dat doe je uiteraard niet door locaties in je bewustzijn op te nemen en door puur op het geluid door de drukke straten te rijden. Dit is vast en zeker een geslaagde paranormale vuurproef die een man met succes en zonder fouten heeft bewezen. Van zaken zoals toeval, geluk, waarnemingen via andere zintuigen die hem zouden kunnen geleiden, kan geen sprake zijn. Ook is de man goed onderzocht voor en na de rit en heeft zich daarbij grotendeels uitgekleed om aan te tonen dat hij geen verborgen elektronica op zijn lichaam had.
Denis
© 2006 Aura-Oasis – Denis Dhondt