Doodsbedvisioenen
Stervenden rapporteren bezoek
Deathbed Visions
In 1926 verscheen er een eerste boek dat “Deathbed Visions” noemde en geschreven was door Prof. William Barret. Doorheen de hele geschiedenis heen zijn er getuigenissen geweest van mensen die melding maakten dat ze bezocht werden door iemand die eigenlijk reeds was overleden, maar wie voor de stervende springlevend leek. Na dit werk zijn nog verschillende soortgelijke studies verricht die in boeken zijn beschreven. Velen deden pogingen om hun familie en kennissen daar zelfs van te overtuigen. Velen reikten zelfs hun handen uit en stierven met een lach op hun gezicht. Dit gebeurt echter niet alleen op het moment van overlijden, soms weet de betrokkene met zekerheid dat hij zal sterven en maakt daar melding van tegenover anderen. (Je hoeft daar niet eens ziek voor te zijn, je kan morgen ook sterven. Een van de goede sprekers die eind 1997in de vereniging nog indruk op ons maakte; Noudt Van Den Eerenbeemt overleed enkele maanden nadien in het park). Sommige artsen die ervaring met deze visioenen hebben, weten dat een patiënt die een onbenullige ingreep moet ondergaan, maar zegt het niet te zullen overleven, het meestal ook niet overleeft, welke extra voorzorgen er dan ook nog worden genomen. Dit komt omdat de patiënt in kennis gesteld is dat hij zal mogen meegaan met hun overleden geliefden naar die plaats waar het zo mooi is. Velen praten er dan ook niet over “hoe” ze in kennis zijn gesteld, maar het vermoeden dat dit op dezelfde manier gebeurt als wanneer iemand vlak voor zijn dood overledenen rapporteert is hierin aanwezig als we ingaan op de zogenaamde doodsbedvisioenen.
Sterfbedvisioenen contra BDE
Dergelijke visioenen zijn een doodsteek voor critici die BDE’s afdoen als voortkomend uit zuurstofgebrek of door drogerende medicatie, ook al is bewezen dat BDE’s evengoed voorkomen in situaties waarvan nog het zuurstofgebrek noch hallucinantie de oorzaak kunnen zijn. Voor de meeste lezers van dit tijdschrift van onze vereniging hoeft helemaal niets meer bewezen te worden, maar toch mag men het belang niet onderschatten.
Op basis van ervaringen als xenoglossie, BDE’s, sterfbedvisioenen, bandstemmen of EVP (op welke bekende stemmen soms stem-frequentie-analyses verifieerden dat het werkelijk de stem van de overledene moest zijn), samen met vele andere onderzochte fenomenen laten niemand nog redelijke grond onder de voeten om te zeggen dat leven na de dood larie is als men de goed gedocumenteerde en goed onderzochte gevallen niet terzijde schuift. Als je over telepathie en psychokinese spreekt, die hedendaags bewezen zijn en erkend zijn door verschillende Universiteiten spreekt tegen sceptici, dan is dat toeval of komt het door ondergrondse trillengen of zoiets. Als je over mediamieke dingen spreekt die wijzen op een leven na de dood dan refereren ze dat het ook waarschijnlijk onbewuste telepathie kan zijn of psychokinese. Daarin hebben ze uiteraard gelijk, maar dan moet je wel in PK en PSI geloven, waarin ze zichzelf dan terugpraten.
Het verbluffende aan de sterfbedvisioenen is dan ook dat de stervende heilig beweert dat hun overleden kennis er is en dan ook zijn/haar bezoekers er wil van overtuigen om toch te kijken, soms alsof ze zeker zijn, dat zij hen ook moeten kunnen zien. “Kijk dan toch, Annette is hier ook!” of iets in die aard wordt dan beweerd in volle bewustzijn. Meestal duurt het dan ook niet lang meer of de stervende legt zich neer en gaat over. Maar persoonlijk ken ik ook iemand zeer goed, die helemaal erg kritisch staat tegenover alles wat naar het paranormale ruikt, maar erg overtuigd is van zijn eigen BDE waarbij hij in het ziekenhuis bezoek kreeg van X waarbij hij als kind met liefde was opgevoed. Telkens dit verhaal verteld wordt, want hij leeft nog, vloeien de tranen en moet hij toegeven “dat er toch iets moet zijn”. Ook zag hij het licht en het overzicht van zijn leven, en is hij sedertdien van straatvechter veranderd in iemand die niemand wil kwetsen. Als dat toch gebeurt doet hij alles om dit weer goed te maken. Na meer dan dertig jaar is hij dat voorval nog steeds niet vergeten en zijn ervaring vertelde hij voor het eerst toen er een radio-uitzending over BDE’s werd uitgezonden, waarop hij niet zonder emotie vertelde dat “dat waar is en hij dat had meegemaakt”.
Er volgde een hele ontlading en hij vertelde zijn hele verhaal. Het bezoek dat hij kreeg in het hospitaal had zo’n indruk op hem gemaakt omdat “dat toch eigenlijk niet kon, ze was al zo lang overleden en toch stond ze daar bij hem”. Ik moet hier bij vermelden dat zijn levensbedreigende toestand veroorzaakt werd door een verkeersongeval gevolgd door coma. Nog een gemeenschappelijke factor die alle BDE’s hebben is dat ze alle verwonderlijk snel lijken te kunnen genezen, ook al zijn ze letterlijk een wrak en is zowat alles gebroken, gescheurd en verpletterd geweest. Zoals bij hem zijn gebroken nekwervels wonderbaarlijk zonder gevolgen zijn genezen.
Doorheen de geschiedenis zijn ook gevallen met getuigen vermeld die personen ontmoetten, spraken er zelf door opgebeld werden waarvan ze dachten dat ze nog leefden. Dus niet alleen aan het sterfbed komen dergelijke verschijningen voor. Verschijning is dan ook een grof woord dat doet denken aan een doorzichtig iemand, een spook of een religieus gebeuren, maar slechts in enkele gevallen is dit zo en die hebben dan meestal niets te maken met sterfbedervaringen. Meestal komt de persoon voor alsof die werkelijk nog leeft. En wie is in die omstandigheden dan bang van iemand die hij lief heeft gehad, waarvan hij dacht dat hij/zij dood was, maar wat dat moment niet blijkt waar te zijn. In de jaren 60 publiceerde Dr. Osis een studie van dergelijke gevallen. Dit had tot gevolg dat sommige anderen zoals Dr. Erlenddur Haraldsson dit onderzoek herhaalden met rapporten van meer dan 1.000 dokters en verpleegsters in India en de Verenigde Staten. In het totaal werden er zo meer dan 100.000 getuigenissen onderzocht gedurende dertig jaar. (Studies van Dr. R. Crookall inbegrepen) de eerste gerapporteerde kenmerken. De meeste gerapporteerde gevallen betrof het mensen die hen voorgegaan waren. De waarnemingen duurden meestal minder dan 5 minuten. De stervenden hielden vol dat ze gekomen waren om met hen mee te gaan. Een geloof in een leven na de dood had geen invloed op de statistiek, het speelde geen rol. Het overgrote deel van de stervenden was niet onder invloed van middelen die hallucinaties konden hebben veroorzaakt. Bijkomend onderzoek zoals uit de gegevens van de SPR blijkt toont aan dat:
Dat slechts 10% van de stervenden zich in een toestand van bewustzijn bevinden als ze sterven. Van deze groep hebben meer dan de helft; ongeveer 2/3 doodsbedvisioenen. Ze nemen de vorm aan van bezoek van geliefde overledenen, of blikken van de volgende wereld. Deze ervaring maakt de stervende gelukkig. Doodsbedvisioenen kunnen onmogelijk verdrongen herinneringen zijn. De verschijningen zijn waarnemingen die voor werkelijk worden gehouden en geen hallucinaties, noch kunnen ze uit het bewustzijn stammen van degene die de ervaring beleeft. De ervaring heeft ook op de getuigen een gunstige invloed die hun dierbare op zo’n mooie manier zien sterven.
Zijn dit geen halllucinaties?
Eigenlijk is het onderzoek van Dr. Osis begonnen naar de oorzaak van deze ervaringen in de mening dat ze een chemisch proces waren in de stervende hersenen. Het is na dit onderzoek dat Dr. Osis overtuigd geraakte in de werkelijkheid van het fenomeen en dat ze niet konden verklaard worden door de psychische conditie van de patiënt, noch door medicatie. Bovendien zijn er talrijke rapporten bij de SPR waarbij de getuigen de verschijning ook hebben gezien, soms door meerdere personen tegelijk. Zo staat in hun rapporten het zeer goed onderzocht geval van Harriet Pearson, waarbij drie kennissen van haar er getuige van waren. (Proceedings of the Society for Psychical research volume 6-20)
Familieleden die getuige zijn van deze ervaringen blijven langer bij het sterfbed. Deze sterfbedvisioenen geven de stervende plots de kracht om hun spirituele ervaring te proberen delen met de aanwezigen. Ze verwijderen plots ook hun schrik om te sterven maar maakt plaats voor een vredig heengaan met een verlangen er naar toe. Als ze langer voor hun heengaan die verschijning kregen had dit een sterk genezend effect op de stervende, zodat de medicijnen drastisch konden verminderd worden.
Denis
© 2002 Aura-Oasis – Denis Dhondt