Verrassende wetenschappelijke testen met hypnose

Buitengewone Hypnose-experimenten

Aura Oasis Logo

Genegeerde wetenschappelijke onderzoeksresultaten

Verrassende wetenschappelijke testen met hypnose!

Met hypnose blijkt veel meer mogelijk te zijn dan men zou denken. Wetenschappers slaagden erin om mensen in een zeer diepe trance te brengen en zelfs handgeschreven papiertjes te teleporteren naar een kantoor 3000 km verderop. Dit is slechts één voorbeeld waarvan ik de letterlijke verslagen heb. Omdat deze experimenten wetenschappelijk onaanvaardbaar zijn en in strijd met fundamentele kennis, werden ze destijds genegeerd, ondanks dat het wetenschappelijke tests waren die zeer grondig werden onderzocht. Bovendien blijkt het ook gevaarlijk te kunnen zijn. Kan men mensen op afstand hypnotiseren zonder dat ze het weten? Deze testen werpen een nieuw licht op ons wereldbeeld! Daarnaast bestaan er relatief eenvoudige tests die grote effecten kunnen hebben en die iedereen kan proberen.

hypn

 Omdat ik als auteur van deze tekst niet aanwezig was toen de experimenten werden uitgevoerd, kan ik hier alleen citaten geven die biografisch zijn genoteerd door niet nader genoemde wetenschappers die anoniem wilden blijven. Er is destijds veel wetenschappelijk onderzoek naar hypnose gedaan, vooral in de periode tussen 1880 en 1935. De eindconclusie van deze onderzoeken naar hypnose (destijds een wetenschappelijke versie van het niet-aanvaarde magnetiseren) was volgens Dr. Charcot:

“Hypnose is een terrein waar men naast tastbare, stoffelijke, grove feiten, steeds met de fysische in verband, heel buitengewone, tot nu toe onverklaarbare ontmoet, die met geen enkele fysische wet kunnen overeenkomen en zeer vreemd en verrassend zijn. Ik hou me aan de eerste en laat de andere onbesproken.” (p168)

Met hypnose kan men bijvoorbeeld binnen seconden wonden laten ontstaan en weer laten genezen.

Het resultaat is dat men alleen aanvaardt wat men kan verklaren. Zo is het nog steeds. Iets anders is niet mogelijk. In de volgende tekst staan ongelooflijke resultaten van wetenschappelijke experimenten. Zoals eerder werd gezegd, houdt de hele wetenschap zich hier buiten en werpt het kind met het badwater weg. Het probleem is dat ze zich anders zouden moeten bezighouden met fenomenen waarvan ze zelf niet geloven dat ze bestaan of, nog erger, die hun eigen reputatie als “universitair geschoolde” zouden schaden in het aangezicht van collega’s.

Opmerking: In diverse voorbeelden werden twee universitairen van aanzien daarom ook anoniem gehouden door de auteur, die zelf al onder een schuilnaam schrijft. Daarom noemt hij hen in de citaten “de wijze” en “de commandeur”. 

Fascinatie en imitatie

Uit “De onzichtbare invloed” door A. Cannon, uitgegeven door Gnosis in 1938:

Nadien experimenteerde ik met het fascinatie- en imitatiefenomeen, zoals dat voor het eerst door de Parijsenaar Donato werd gedemonstreerd. Ik verzocht de proefpersoon, zijn spieren stijf te houden en krachtig samen te trekken, waardoor de spontane bewegingen zoveel mogelijk werden beperkt. Vervolgens fixeerde ik de proefpersoon met mijn ogen, en we bleven elkaar strak aankijken tot hij uiteindelijk een afwezige blik begon te vertonen. Dit proces duurde ongeveer een minuut. (Dit is natuurlijk het eerste stadium van gewone hypnose; de proefpersoon leek door mijn starende blik bevangen te zijn, zodat hij nu aan mijn wil gehoorzaamde; dit is iets heel anders dan het toegepaste procédé bij medische hypnose, waarbij de wil van de patiënt juist ten zeerste wordt versterkt).

De proefpersoon zag mijn ogen al groter, feller en groener worden, tot hij uiteindelijk niets anders zag dan mijn zwarte, sterk vergrote pupillen. Hierna werd hij verblind en begon te waggelen. In deze toestand deed hij mij alles na, zelfs tegen zijn wil, want hij kon eenvoudig niet anders. Hij volgde al mijn bewegingen; deed ik een stap achteruit, dan deed hij er een voorwaarts, en omgekeerd, om steeds dezelfde afstand tussen ons te bewaren. Toen ik hem zei dat hij genoodzaakt zou zijn alles te doen wat ik deed, en ik meteen een brief ondertekende, deed hij dat ook onmiddellijk, en wel met mijn handtekening in plaats van de zijne; hij imiteerde mijn handtekening zo natuurgetrouw, dat ik zeker weet dat de bank die als echt zou hebben geaccepteerd. (Voor justitie een punt om te onthouden!)

In deze toestand hadden mijn gebaren zo’n invloed op hem, dat ik mij van al mijn bewegingen zorgvuldig rekenschap moest geven. Als ik wilde dat hij ging zitten, suggereerde ik dat, maar maakte tegelijkertijd een begeleidend handgebaar. Hierbij dient te worden opgemerkt dat zijn ogen al die tijd wijd open stonden. Met een enkel handgebaar haalde ik hem naar me toe en dreef hem even gemakkelijk weer achteruit. (Dit staat bekend als het aantrek- en afstootverschijnsel). Daar het niet meer nodig was dat hij zag wat ik deed, liet ik hem omdraaien, zodat hij met zijn rug naar mij toestond, maar ook nu deed hij al mijn bewegingen zeer nauwkeurig na, hoewel er geen spiegels in het vertrek waren en hij met zijn lichamelijke ogen onmogelijk kon zien wat ik deed. Ik liet hem zelfs zijn ogen sluiten, maar ook dat maakte geen verschil.

Toen we zover gekomen waren, vroeg de commandeur mij hoe dit in zijn werk ging. Ik antwoordde: “Naar mijn mening wordt de proefpersoon in deze toestand zo gevoelig voor luchtgolvingen en zelfs het zwakste geluid, dat hij daaraan kan herkennen welk lichaamsdeel de hypnotiseur beweegt en in welke richting hij dat doet.”

Ik gaf de nog steeds gehypnotiseerde proefpersoon nu de hand en zei “adieu” tegen hem, waarop hij onmiddellijk het vertrek begon te verlaten. Maar op een zeker moment hield ik mijn ogen strak op een scheur in de grond gericht en bleef daar enige tijd naar kijken, waardoor hij aan de grond genageld leek en ondanks zijn heftige pogingen geen voet kon verzetten. (Donato noemde dit “het boze oog”, wat aantoont hoeveel bijgeloof in de loop der tijd is ontstaan). Ik beval hem om weer “wakker te worden”, waarna hij verklaarde dat hij, hoewel hij zich al die tijd bewust was geweest van alles wat er gebeurde, er toch niets tegen had kunnen doen en zich eenvoudig tegen zijn sterke wil gedwongen voelde mijn aanwijzingen uit te voeren.


We gingen lunchen, en onze voorname gast verklaarde dat hij na de lunch graag op dezelfde manier gehypnotiseerd zou willen worden, als ik daarin zou slagen. Ik stemde toe.

Gedurende de maaltijd liet de bediende enkele platen op de grammofoon draaien. Nadat onder andere “An der schönen blauen Donau” was gespeeld, merkte de wijze op: “Wat muziekmaten betreft zul je ongetwijfeld hebben opgemerkt dat, als men een gehypnotiseerde beveelt naar verschillende soorten muziek te luisteren, zijn gelaatsuitdrukking verandert afhankelijk van de gespeelde muziek; bij droevige muziek kijkt hij bedroefd, bij vrolijke verheugd; bij dansmuziek zal hij vaak gaan dansen en van een wals in een two-step en een one-step overgaan zodra de muziek verandert. Dit gebeurt niet als de proefpersoon helemaal geen gehoor voor muziek en geen maatgevoel heeft, maar dat is zo zeldzaam dat het bijna niet voorkomt. Zachte, strelende muziek kan op zichzelf al een kalmerend effect hebben op een gestoorde geest, wat ik bij krankzinnigen wonderbaarlijk heb waargenomen. Muziek kan vaak wat de geneeskunde niet kan. Muziek bezit tovermacht.”

Na de lunch experimenteerde ik op dezelfde manier met de commandeur, net zo gemakkelijk als met de wijze. Vervolgens probeerden we, op voorstel van de wijze, een posthypnotisch experiment met onze voorname gast.

Posthypnotische suggestie.

Voor de bediende en de huisjongen, die de eer hadden om een aantal van deze experimenten bij te wonen, gaven we de volgende uitleg: Posthypnotische suggestie is een suggestie die tijdens de hypnose wordt gegeven, maar pas op een later tijdstip en in waaktoestand door de proefpersoon moet worden uitgevoerd. In veel gevallen kan het tijdstip van uitvoering zeer nauwkeurig worden bepaald. Zo kan men bijvoorbeeld bevelen:

“Op 4 augustus zult u ’s avonds om negen uur de gouverneur-generaal gaan bezoeken en hem vragen hoe het met mij gaat, terwijl u hem tevens dit briefje zult overhandigen.”

Ook al wordt de suggestie maanden van tevoren gegeven, zal deze vrijwel altijd stipt worden uitgevoerd. Zelfs bij de zeldzame uitzondering dat het niet lukt, zal de proefpersoon toch een bijna onweerstaanbare drang voelen om het bevel op het vastgestelde tijdstip op te volgen. Een suggestie kan ook worden gegeven voor uitvoering direct na het ontwaken uit de hypnotische slaap. Ik zal jullie deze verschijnselen nu even laten zien.

Eerst gaf ik de commandeur de posthypnotische suggestie die pas over enkele maanden, namelijk in augustus, moest worden uitgevoerd, waarbij ik meteen het briefje voor de gouverneur-generaal schreef en hem dat ter hand stelde. Vervolgens beval ik: “U zult nu wakker worden, eerst uw jas en tien minuten later uw schoenen uitdoen; daarna zult u mij vragen of ik u een jas en een paar schoenen kan lenen, omdat u vergeten bent deze aan te doen. Voeg hieraan toe dat u zich niet kunt voorstellen hoe u zo verstrooid hebt kunnen zijn, want iemand in uw positie doet nooit zulke gekke dingen.” De suggestie trad onmiddellijk in werking. Toen hij wakker werd, deed hij eerst zijn jas uit, liep daarna tien minuten door de kamer, ging vervolgens op de uit de rotswand gehouwen bank zitten om zijn schoenen uit te trekken, keek de kamer rond, richtte zijn blik op mij, vervolgens op zijn bovenlichaam en voeten, en begon vervolgens verward zijn verontschuldigingen aan te bieden voor het feit dat hij me in zo’n ongepaste kleding bezocht, iets wat totaal niet met zijn opvattingen strookte. Hij kon niet begrijpen hoe hij zo verstrooid had kunnen zijn, vroeg excuus en verzocht mij om een mooie jas en een paar goede schoenen te lenen, bij voorkeur zo goed mogelijk passend.

Ik vervolgde mijn uitleg aan de bedienden met de opmerking: “Als de suggestie echter een scherp contrast vormt met iemands levensopvatting, zal hij, ondanks de bijna onweerstaanbare drang om de suggestie uit te voeren, erin slagen deze aandrang te overwinnen.” Zo iemand zou men dus een andere posthypnotische suggestie kunnen geven, bijvoorbeeld: “Mijn naam is Hendrik Reiziger, ik word hoe langer hoe rijziger, mijn naam is Hendrik Reiziger…” enzovoort, wat hij dan inderdaad na het ontwaken zal zeggen, ook al is zijn echte naam A of B. Dit soort proefnemingen kan men tot in het oneindige uitbreiden.

Voorwaarden voor het slagen van moeilijke posthypnotische suggesties

Nogmaals citeer ik een ander belangrijk deel…
We dienen voor ogen te houden dat voor het volkomen slagen van posthypnotische opdrachten de proefpersoon onder diepe hypnose, d.w.z. in het somnambulestadium van de hypnose moet worden gebracht. Ik ben er van overtuigd dat iemand na een posthypnotische opdracht vele handelingen, die hij anders nooit zou doen, nauwgezet zal verrichten. Om die reden geloof ik ook dat we later in staat zullen blijken aan te tonen dat, op het voor de uitvoering van een posthypnotische opdracht vastgestelde tijdstip, in elk geval opnieuw een lichte hypnosetoestand in de proefpersoon optreedt.

Daar het verstandig was onze reis pas tegen het aanbreken van de zomer voort te zetten, brachten we heel wat tijd door met gesprekken over en het vervolmaken van zowel de kunst van hypnose als die van telepathie, want de wijze (een collega professor, niet nader genoemd) toonde aan dat de lichte, niet merkbare hypnosetoestand – voor zover het de gewone middelen betreft, een vorm van telepathie is.

Hoe dat ook zij, de commandeur die nu al mijlen van ons kluizenaarsverblijf verwijderd was voerde de posthypnotische opdracht getrouw uit en wel met behulp van niets meer of minder dan het transportatie-fenomeen, want we weten absoluut zeker, dat hij zich op 4 augustus op een afstand van minstens tweeduizend mijl van de gouverneur-generaal bevond. Toch bewees later een briefje van zijn excellentie, dat de commandeur op 4 Augustus ’s avonds precies om negen uur plotseling in het gouvernementsgebouw verscheen. Er kon hier geen sprake zijn van een wonderbaarlijke hallucinatie of iets dergelijks die de commandeur overigens volkomen in staat was te voorschijn te roepen – want tegelijkertijd werd mijn briefje aan de gouverneur-generaal afgegeven. Deze liet het me later zien, zodat de hypothese van een hallucinatie totaal niet in aanmerking kwam. De boodschapper van de bovenwereld had op het vastgestelde uur eenvoudig zijn lichaam over een afstand van tweeduizend mijl “verplaatst”, terwijl bovendien bewezen is dat hij drie uur later alweer “teruggekeerd” was, wat een fysieke onmogelijkheid is; dit kan alléén met behulp van het transportatie-fenomeen verklaard worden.

Dromen, dissociatie en ziekte

We hadden net een gesprek over de dromen van koning Nebukadnezar uit het boek Daniël, hoofdstuk 16, en in het bijzonder over twee mysterieuze dromen die door Daniëls analyse een zeer realistische betekenis kregen en in vervulling gingen, toen de commandeur ons onverwacht weer bezocht, wat ons zeer verheugde. Inmiddels had ik kunnen constateren dat zijn telepathisch ontvangen bericht over mijn benoeming tot commandeur van de Orde van Azië correct was, want ik bezat nu alle attributen die bij deze onderscheiding horen. Ons gesprek kwam al snel op de waarde en betekenis van dromen.

Dromen die tot het waakbewustzijn doordringen

“Weet je,” begon de commandeur, “dat Brierre de Boismont als eerste opmerkte dat er welbekende droombeelden bestaan die niet als zodanig worden herkend en dus door het waakbewustzijn voor werkelijkheid worden gehouden? De grens tussen hallucinatie en normaal bewustzijn is zeer vaag. Het is algemeen bekend dat zelfs hoogopgeleide mensen zich door dromen laten beïnvloeden. Ik heb mensen gekend die de hele volgende dag depressief waren door een onaangename droom. Hoe actief is het onbewuste tijdens de slaap! Mensen die over hun ziekten of ongemakken dromen, voelen zich de dagen daarna beslist zieker; het is alsof het onbewuste gedurende die tijd onbeperkt heerst over het bewustzijn. Iemand met een fysieke beperking zal zich dagenlang nog moeilijker kunnen bewegen. Dit alles vertoont een zekere overeenkomst met posthypnotische suggestie. Als iemand droomt dat hij van neuralgie genezen is, zal hij maandenlang, soms zelfs voorgoed, van pijn verlost zijn. Dit wordt door sommige mensen opgevat als genezing door een goddelijke macht tijdens de slaap. Hetzelfde gebeurt bij een posthypnotische suggestie. Op deze manier komen dagelijks fenomenale genezingen tot stand. Daarentegen zal iemand die droomt dat hij door rovers wordt achtervolgd, elke dag meer uitgeput raken. In waaktoestand zal hij zich die droom waarschijnlijk niet meer herinneren, maar tijdens hypnose zal hij zich de hele droom weer kunnen herinneren, zodat de stoornis in de wortel kan worden aangepakt.

De eerste tekenen van een mentale stoornis openbaren zich vaak in dromen, en daarom kan het bestuderen van het droomleven van de patiënt, vooral in combinatie met hypnose, al snel een groot deel van zijn stoornis verduidelijken. Aristoteles schreef dat een groot deel van onze dromen verantwoordelijk is voor onze daaropvolgende daden. ‘Zoals iemand droomt, zal hij zijn.’ En is de uitspraak ‘Zoals iemand tijdens hypnose wordt gericht, zal hij absoluut zeker zijn’ niet evenzeer waar?”

Hoe visioenen ontstaan.

Hier zijn enkele experimenten die tot nadenken stemmen. De grens tussen onze wereldlijke fenomenen, zoals we ze nu holografisch bekijken, en de illusie door suggestie en hypnose of zelfs paranormale fenomenen, ligt heel dicht bij elkaar. Het zijn als het ware dezelfde zaken. Ik citeer:

Ik gaf hem een denkbeeldig glas Engels bier “Stout”, maar hij antwoordde spottend dat ik hem iets wijsmaakte en liet zien dat hij niets in zijn hand had. Ik nam zijn nadrukkelijke ontkenning niet serieus en bracht zijn hand naar zijn mond, zodat hij zou drinken. Langzaam en aarzelend dronk hij het denkbeeldige bier uit een even denkbeeldig glas, waarbij hij zelfs de bekende klokkende geluiden in zijn keel maakte en een gezicht trok alsof hij een “vieze” smaak in zijn mond had. Toen we hem vroegen waarom hij zo’n lelijk gezicht trok, beweerde hij een afschuwelijke smaak in zijn mond te hebben, precies alsof hij iets heel wrangs en bitters had gedronken. De suggestie werkte dus ondanks al zijn redeneringen. Dit is nu het eigenlijke begin en de essentie van alle hallucinaties.

En nu zonder hypnose… of toch?

Daarna suggereerde ik de proefpersoon dat hij een kat op de schoorsteenmantel zag zitten. Aanvankelijk verwierp hij die suggestie en verzocht mij geen onzin wijs te maken, want hij zou nooit zulke flauwe praatjes geloven. Ik herhaalde de suggestie nog verscheidene malen, maar de proefpersoon bleef ontkennen. Tenslotte kreeg ik het voor elkaar dat hij, telkens als ik over de denkbeeldige kat begon, met zijn hoofd knikte. Door dit herhaalde hoofdknikken werd hij er uiteindelijk toe gebracht de hallucinatie te aanvaarden, zodat hij het tafereel nu inderdaad duidelijk voor zich zag. Hij zei: “Oh, ja! Ik weet het; maar toen het je niet lukte me voor de gek te houden, heb je die kat er gewoon neergezet. Je kunt mij niets wijsmaken.”
En toch was er helemaal geen kat te bekennen!

De commandeur stelde veel belang in deze eenvoudige experimenten en vroeg: “Hoe verklaart u deze verschijnselen?” Ik gaf hem de volgende verklaring: Ik geloof stellig dat alle hallucinaties in de eerste plaats het resultaat zijn van een suggestie, hetzij door dromen, door anderen (heterosuggestie), of door de betrokkene zelf (autosuggestie). Het is interessant om op te merken dat zelfs deze hypnotische hallucinaties vaak de neiging hebben om langdurig te blijven bestaan; dit verklaart tevens waarom hallucinaties bij krankzinnigen soms een blijvend karakter hebben.

Een posthypnotische hallucinatie kan worden opgeroepen door iemand tijdens de hypnose eenvoudig te suggereren dat hij na zijn ontwaken dit of dat zal zien, horen of voelen. Het is voorgekomen dat iemand die bij een ongeval een been had verloren, met volle overtuiging werd gesuggereerd dat het been ’s nachts weer zou aangroeien en hij ’s morgens bij het ontwaken weer twee normale benen zou hebben. Toen hij ’s morgens wakker werd (de hypnose bleef ook tijdens de gewone slaap gehandhaafd), was hij overgelukkig doordat hij geloofde dat zijn been ’s nachts weer was aangegroeid, want hij had zowel een visuele als een kinetische hallucinatie (wat betekent dat hij het zowel zag als voelde).

Zelfs maanden later beweerde hij nog steeds dat hij beter kon lopen, omdat hij van tijd tot tijd totaal onbewust was van het feit dat hij een been miste, zodat hij zijn fysieke evenwicht volledig kon handhaven met behulp van een stok (die hij altijd al had gebruikt).

Iets onzichtbaar maken

Tijdens een demonstratie van onze hypnotiseur, die zichzelf onzichtbaar maakte tijdens een avond over hypnose in onze vereniging, zag de gehypnotiseerde proefpersoon alleen een zwevend glas voor zich dat hij in zijn hand hield en bewoog. Het was een prachtig voorbeeld, waarbij de gezichtstrekken van de proefpersoon boekdelen spraken. Zonder enige verbeelding schudde de proefpersoon zelfs meerdere keren met het hoofd, omdat ze een onmogelijk fenomeen aanschouwde dat ze niet begreep.

Ik geef hier weer een citaat uit een ander boekdeel:

“Om iets onzichtbaar te maken, moet het eerst gezien worden, waarna een negatieve hallucinatie kan worden opgeroepen. Dit lijkt een contradictio in terminis, maar het is niettemin waar. Neem bijvoorbeeld de experimenten met mijn bediende, waarbij ik hem zei dat hij zijn ogen moest openen maar nog niet wakker mocht worden. Hij zou dan alleen de reeks getallen aan de rechterkant van het papier zien. Het is duidelijk dat hij, om zich alleen bewust te zijn van de reeks getallen aan de rechterkant en die op te tellen, eerst ook die aan de linkerkant moest hebben gezien.”

Hier onderbrak de wijze mijn betoog met de vraag: “Kan men ervoor zorgen dat iemand die nog niet gewend is gehypnotiseerd te worden, de dingen in een kamer niet ziet? Zo ja, demonstreer dat dan eens met de huisjongen.”

De huisjongen werd geroepen, en omdat hij nog maar één keer onder diepe hypnose was gebracht, vroeg ik me af hoe deze proef zou aflopen. Maar wie niet waagt, niet wint, en dus waagde ik het. Tot mijn grote voldoening slaagde ik erin om de huisjongen al spoedig in een diepe hypnotische slaap te brengen. Vervolgens zei ik tegen hem: “Je zult nu je ogen openen zonder wakker te worden en tot je verbazing bemerken dat er niemand anders meer bij je in de kamer is dan ik. De anderen zijn plotseling weggegaan.”

Hoewel er behalve hem nog vier personen in het vertrek aanwezig waren—de commandeur, de wijze, de bediende en ikzelf—liep hij op commando door de kamer zonder een van de drie anderen op te merken. Hij kon alleen mij zien, horen en aanraken. Toch botste hij geen enkele keer per ongeluk tegen een van hen aan. Het is dus duidelijk dat hij, om hen niet te zien, te horen of te voelen, eerst in staat moet zijn geweest hen wél te zien, te horen en te voelen. De kwestie is dat het bewustzijn alleen dat registreert wat het door het onbewuste wordt opgedragen te registreren. Deze waarheid kan eindeloos geïllustreerd worden.

Hoe ziekte teweeggebracht en verdreven kan worden (zelfs met onuitgesproken bevel!)

Zonder de huisjongen, die in mentale verbinding met mij stond (“en rapport” was), wakker te maken, droeg ik hem over aan de commandeur. Onze voorname gast bezorgde hem onmiddellijk een hevige kiespijn die voor ons allen, en zeker voor de proefpersoon zelf, zeer reëel leek.

Met één enkel zwijgend, innerlijk bevel verdreef de commandeur de kiespijn en riep in ruil daarvoor een gevoel van grote vreugde op, zonder dat er een woord werd gezegd. Vervolgens veroorzaakte hij bij de jongen een longontsteking waarvan alle klassieke symptomen snel optraden. Door innerlijk één enkele wens te vormen, verdween de longontsteking weer. Nog vele andere bekende ziekten werden op die manier veroorzaakt en even willekeurig door één zwijgend bevel weer verdreven. “Zo ziet u dus,” sprak de voorname gast, “dat ziektesymptomen (symptomen van ‘dis-ease’ of on-welzijn) op dezelfde wijze kunnen worden opgeroepen als hallucinaties. Ook kunnen die symptomen op precies dezelfde manier worden verdreven als een negatieve hallucinatie wordt opgewekt. Door deze dingen zorgvuldig te bestuderen, ontdekken we het geheim van menige werking van de menselijke geest, van menig menselijk verdriet of geluk. Het ligt in onze macht om verdriet in geluk te veranderen.”

Regressie en Verborgen Herinneringen

Verborgen herinneringen kunnen in hypnose gemakkelijk worden opgediept door de betrokkene simpelweg in vertrouwen te vertellen welke herinneringen je wilt dat hij zich herinnert en hem te verzekeren dat deze herinneringen, die zo belangrijk zijn voor zijn geval, nu inderdaad zullen opkomen. Alsof hij de hand had weten te leggen op een magische sleutel, begint de gehypnotiseerde nu zonder aarzeling over deze verborgen herinneringen te spreken, precies alsof hij zich de gebeurtenissen van diezelfde dag herinnert. Deze toename van het herinneringsvermogen staat bekend als “hypermnesia.” In dit opzicht is het eerbiedwaardige oude “geval Benedikt” een uitstekend voorbeeld. In het hartje van donker Afrika hypnotiseerde Hansen een Engelse officier, die tot zijn verbazing begon te spreken in een taal die later Wels (een overblijfsel van het Keltisch) bleek te zijn. Toen men zijn levensloop naging, ontdekte men dat deze officier als klein kind Wels had leren spreken, maar nu allang weer vergeten was dat hij dit ooit geleerd had. Ik heb vastgesteld dat voor het teweegbrengen van dit verschijnsel soms een heel diep stadium van hypnose nodig is. Het kan ook voorkomen dat de patiënt, als hij zichzelf sterk heeft gesuggereerd dat je niets zult ontdekken, je tijdens de hypnose in weinig hoffelijke bewoordingen laat weten dat hij absoluut weigert iets mee te delen, hoewel hij zich daar na zijn ontwaken totaal niets van herinnert. Maar men kan de herinnering na het ontwaken in het gewone bewustzijn laten voortleven, zoals een posthypnotische suggestie, een hallucinatie, enzovoort. Vandaar dat hypnose in zulke gevallen een uitstekende therapie kan zijn; zelfs in zijn eenvoudigste vorm kan het hypnotisme de mensheid grote diensten bewijzen.

Proefnemingen met dieren

“Hebben jullie je experimenten wel eens op kippen en andere dieren toegepast?” vroeg de commandeur ons. “Ja,” antwoordde de wijze. “U herinnert zich misschien dat Schwenter in 1631 voor het eerst dergelijke proeven op kippen uitvoerde. Later, in 1646, bracht de jezuïet Kircher verslag uit over het experimentum mirabile Kircheri. Schwenters eerste experiment was de beroemde hypnose van een kip. Hij drukte de kop van de kip tegen de grond en trok met de andere hand, beginnend bij de snavel, over een lengte van ongeveer een meter een dikke, rechte krijtstreep over de grond die in het verlengde van de gezichtslijn van de kip lag. Zolang hij de kip niet van de grond opnam, bleef deze roerloos liggen. Bij deze eerste proef wachtte Schwenter een half uur, maar de kip kon zich eenvoudigweg niet bewegen. Schwenter nam aan dat de kip dacht dat ze aan de grond vastzat en daarom geen poging deed om op te staan. Het is zelfs mogelijk om de kip daarna in allerlei rare houdingen te plaatsen, bijvoorbeeld op één been, met een gestrekte vleugel. Het volgende citaat getuigt hiervan:

“In 1872 herhaalde Czermak deze proef met vele vogels en andere dieren, die hij op deze wijze allemaal onder hypnose bracht.

In 1880 begon Preyer, die al enkele jaren geïnteresseerd was in deze experimenten, deze methode te perfectioneren. Hij bevestigde niet alleen de resultaten van Czermak, maar merkte bovendien op dat men twee verschillende toestanden kon opwekken: katalepsie, waarbij het dier zijn poten onbeweeglijk hield in alle posities waarin ze door Preyer werden geplaatst (wat volgens P.’s mening aan vrees moest worden toegeschreven), en de echte hypnosetoestand, waarin het dier ‘scheen te gaan slapen.’

Je zult je ook herinneren dat Danilewsky, Heubel, Moll, Richet en Rieger zich eveneens voor deze experimenten interesseerden. Moll richtte zich speciaal op proeven met kikkers, Guinese biggetjes en rivierkreeften. Bij alle experimenten leken de opgewekte (sterke) katalepsie-stadia in veel opzichten op die waarmee de school van Charcot in Parijs experimenteerde.

Richet toonde aan dat een plotseling ontvlammend Drummond’s kalklicht op een haan precies dezelfde uitwerking heeft als op een hystericus.”

Na deze opmerkingen ondernam de wijze meteen enkele proeven met de kip en met andere dieren van de hoeve, tot grote verbazing van onze gastheer en zijn vrouw. Ze begonnen ons nu zelfs als de ’tovenaars uit het noorden’ te beschouwen, een naam die we overigens al lang tevoren zowel in het nabije als in het verre Oosten hadden verworven.

Besluit

De citaten en andere teksten die ik heb gelezen, tonen duidelijk aan dat een hypnotische invloed op iemand anders perfect mogelijk is. Deze denkbeelden van destijds kunnen worden vergeleken met de hedendaagse experimenten met betrekking tot Mind Control (DMILS – Direct Mental Influence on Living Systems, een militair programma in de VS).

De experimenten, te talrijk om hier op te sommen, tonen op een merkwaardige manier aan dat onze leefwereld een geestelijke suggestie is. De term geestelijke ziekte bij iemand met een psychose wordt hiermee sterk in twijfel getrokken.

Herinner je vooral het experiment waarbij een telepathische verbinding vereist was, namelijk om iemand die in hypnose een posthypnotische opdracht had gekregen om de wil van iemand anders op te volgen door de gedachte “te denken” in plaats van deze uit te spreken. In het boek komt ook het filosofische vraagstuk van de vrije wil naar voren. Men toont aan dat onze vrije wil in enkele experimenten een grote illusie is. (Ik denk dat niet, althans niet in onze ervaring, maar het zet me wel aan het denken. De proefpersonen geloofden het ook niet en kregen de kans om een vrije keuze te maken). Men spreekt vooral over een sterke telepathische band met de gehypnotiseerde die nodig is om goed te kunnen hypnotiseren. Daarom is het mogelijk om hypnose uit te oefenen op iemand die zich daar niet van bewust is. Hedendaagse ontdekkingen met suggestieve hulpmiddelen, die in de underground handel verkrijgbaar zijn, bevestigen dit fenomeen nog meer. Ze werken op basis van suggestie gecombineerd met een onhoorbare, speciaal gemoduleerde hypnose die in een muziek-CD is verwerkt. Dit wordt te koop aangeboden om bijvoorbeeld vrouwen mee in bed te krijgen en andere doeleinden… Succes wordt gegarandeerd, of geld terug… (te koop via het internet).

Helaas zijn de meeste van die oude boeken anderstalig. Ik hoop de tijd te vinden om enkele van deze zeer waardevolle werken te digitaliseren, zodat ze voor de vereniging duidelijk beschermd blijven. Je hebt het misschien gemerkt: de meeste oude, bijna alle Franse boeken, die blijkbaar nooit gelezen zijn, heb ik uit de bibliotheek verwijderd. Je kunt ze als lid zeker nog lezen, maar ze behoren nu tot “beschermde werken” die je alleen op aanvraag kunt krijgen. Vooral het boek “30 jaren onder de dooden”, dat vooral omdat het Nederlands is, veel gezocht wordt via het internet, kan daar om veiligheidsredenen niet blijven staan. Daarom is dit een van de eerste boeken die ik ga digitaliseren. Alleen de digitale versie, of een geprinte versie, zal dan nog uitleenbaar zijn.
Nota: de boeken blijven eigendom van de vereniging.

      Verzameling van de fragmenten, commentaar en opzoekingen:  Denis	
	Enige bekende auteurs Dr. Chardon, Dr. Cannon 
      Denis

© 2002 Aura-Oasis – Denis Dhondt