Plantengevoelens?
Communicatie met planten
Het verbrande blad
Ergens op deze site of in een van de andere gepubliceerde artikels had ik het over de reactie van een blad als een verwant blad verbrand wordt. In ieder geval doet het een meter uitslaan die de weerstand van het onaangetaste blad meet. Ik deed de proef ooit eens zelf en het lukte mij ook. Is het echter ook mogelijk dat de combinatie geloof van de experimentator en een telepatische verbinding of holistisch verband een benodigde combinatie is voor een geslaagde proef? Ooit toonden ze jaren geleden op televisie live een aanverwante proef maar met twee yoghourtpotjes van dezelfde cultuur waarbij men in het ene potje de yoghourtbacterieën doodde door deze met azijn te mengen terwijl een meter in het ander potje een reactie liet zien. Dat lukte de persoon die dat voor de camera presenteerde immers ook.
Het experiment dat de controverse op gang bracht over de vraag of ‘planten onze gedachten kunnen lezen’, vond in februari 1966 plaats in het kantoor van Cleve Backster, een deskundige op het gebied van leugendetectors. Een polygraaf, of leugendetector, werkt door het registreren van de toename van huidvocht bij een proefpersoon wanneer deze toegenomen spanning ondergaat. Het kwam bij Backster op zich af te vragen of de bladeren van een plant een zelfde verandering zouden ondergaan als deze water kreeg; hij goot dus water in de pot van een Draecaena-plant. Vreemd genoeg gaf de polygraaf een afgenomen spanning aan (gelijkstaand aan emotionele bevrediging) Hij probeerde een blad in zijn hete koffie te dopen; dit had geen enkele uitwerking. Hij vroeg zich af wat er zou gebeuren als hij een blad verbrandde – maar voordat hij dat kon doen zag hij de meter van het apparaat uitslaan, alsof er sprake was van hevige ontsteltenis. Toen hij met lucifers in de kamer terugkwam, zag hij de meter opnieuw uitslaan.
Hij begon een systematische studie van allerlei soorten planten en was er al spoedig van overtuigd dat zij op de een of andere wijze zijn afgestemd op het leven rondom hen. Als hij een spin achternazat, reageerde de plant op de schrik van de spin. Als levende garnalen in kokend water werden geworpen, sprong de naald omhoog. De naald reageerde zelfs toen Backster jodium op een snee in zijn vinger deed, aangezien de jodium levende cellen doodde. Een van zijn assistenten werd gevraagd een andere plant in het kantoor te doden door deze uiteen te trekken en er op te trappen. Naderhand liet hij al zijn assistenten langs zijn proefplant lopen, en deze reageerde met kracht op de ‘moordenaar’. Toen een bepaalde wetenschapper aanwezig was, reageerde geen enkele plant, maar zij deden dat wel toen hij het kantoor had verlaten. Backster ontdekte dat een deel van het werk van de wetenschapper eruit bestond planten in een oven te roosteren. Zijn planten reageerden door ‘flauw te vallen’. Hij kwam tot de slotsom dat dit vaker voorkwam. In tegenstelling tot mensen schijnen planten niet in staat zich af te schermen tegen wat er rondom hen gebeurt, en als iets hen te veel schokt verliezen zij het ‘bewustzijn’. Zijn experimenten brachten wijdverbreide opwinding teweeg en werden door veel anderen herhaald. In sommige gevallen hadden de experimenten geen succes, wat volgens Backster te wijten was aan de flauwvalreactie.
Een interessante variant wordt beschreven in Stuart Holroyds Prelude to a Landing on Planet Earth; het voorval vond plaats tijdens de meilezingen (over parapsychologie en verwante onderwerpen) in 1974 in Londen. Backster had een lezing gegeven over zijn communicatie met planten, en Marcel Vogel over zijn eigen experimenten, waarbij hij opperde dat het feitelijke communicatiemedium tussen planten ultraviolette straling zou kunnen zijn. Een Indiaanse genezer, Tommy Wadkins, nam vervolgens deel aan een experiment om via een plant genezing over te brengen naar iemand aan de ander kant van de Atlantische Oceaan. Hij ging voor de plant staan en, volgens Vogel, begon hij genezende stralen uit te storten die overgebracht moesten worden op een groene-staarpatiënt die al mediterende probeerde deze op te vangen. Na een paar minuten begon Wadkins te beven – dit was blijkbaar gebruikelijk als hij genezing gaf – maar Vogel, die dit niet wist, ging naar hem toe en greep hem bij de schouders. Wadkins kreunde en kreeg stuiptrekkingen; in de transformator die met de leugendetector verbonden was, ontstond kortsluiting (hoewel deze met de plant en niet met Wadkins verbonden was) en mensen in het publiek kregen een soort elektrische schok. In Californië overleed een patiënt, die samen met de groene-staarpatiënt mediteerde, aan een hartaanval, hoewel dit niet noodzakelijk met de gebeurtenissen in Londen te maken had. (Naderhand verklaarden ‘psychische communicatoren’ die voorgaven via Wadkins te communiceren, dat hij hun bevel om geen metaal bij zich te dragen had genegeerd – hij had munten op zak en droeg een ring; dit bleek bij controle waar te zijn.)
Controverses
Backsters oorspronkelijke resultaten veroorzaakten alom controverses en The Secret Life of Plants (Het verborgen leven van de plant) van Peter Tompkins en Christopher Bird werd een bestseller; maar in het algemeen schijnt de wetenschappelijke consensus te zijn dat Backsters resultaten niet bewezen zijn. Toch zijn de experimenten zo vaak succesvol geweest dat het onredelijk lijkt het ‘Backstereffect’ af te wijzen alleen maar omdat zoveel wetenschappers niet in staat waren ze te herhalen. Indien bevestigd, zou het de belangrijke gedachte van Bergson en Broad ondersteunen, door Aldous Huxley in zijn Doors of Perception (De deuren der waarneming) gepopulariseerd: … dat de functie van de hersenen, het zenuwstelsel en de zintuigen in het algemeen uitschakelend is en niet productief. Iedereen is op elk moment in staat zich alles wat ooit met hem gebeurd is te herinneren en alles waar te nemen wat overal in het universum geschiedt. Het is de functie van de hersenen en het zenuwstelsel om ons te beschermen tegen een overweldiging door deze massa voornamelijk onbruikbare en onbelangrijke kennis . . .’ Kortom, onze zintuigen zijn filters met de bedoeling dingen buiten te sluiten in plaats van ze toe te laten. En wij hebben zulke filters omdat wij zoveel meer georganiseerd zijn dan planten. (Er is ook bewijs dat dieren veel ‘helderziender’ zijn dan de gemiddelde mens.)
Het basisbeeld dat te voorschijn begint te komen, komt overeen met datgene wat wordt geopperd in Whiteheads ‘filosofie van het organisme’, waarin de natuur wordt gezien als één enkel levend organisme. Wij kunnen ons de natuur voorstellen als een uitgebreid stelsel van onderlinge communicatie waarin de mens oorspronkelijk een intieme rol speelde. De opzettelijke ontwikkeling van filters, waarschijnlijk verbonden met de linker hersenhelft, heeft ons van het netwerk afgesneden, maar heeft ons ook de mogelijkheid verschaft zowel de geest als de natuur te bevatten vanuit een onthecht standpunt; het is deze onthechtheid die heeft geleid tot de schepping van de moderne cultuur met als belangrijkste product de wetenschap.
Misschien is de vreemdste mogelijkheid die uit Backsters onderzoekingen naar voren komt het idee dat het planten op de een of andere manier niet kan ‘schelen’ dat zij gegeten worden. Gesneden planten reageerden op de elektroden evengoed als gewone bladeren. Backster speculeerde dat het ritueel van rituele slachters vóór het slachten van een dier bedoeld kan zijn om dit te kalmeren. (Watsons The Romeo Error – De relatie tussen leven en dood – bevat fascinerende gegevens over de ‘doodstrance’.) Dit leidde hem tot de speculatie dat ‘planten en sappige vruchten misschien wensen gegeten te worden, maar alleen in een soort liefdevol ritueel, met een waarlijke communicatie tussen de eter en dat wat gegeten wordt – enigszins overeenkomstig de christelijke rite van de communie – in plaats van het gebruikelijke harteloze verslinden’. Wat ons weer op een volgende mogelijkheid brengt: dat het leven van andere dingen afgenomen op de een of andere wijze kan bijdragen aan het leven van de afnemer; zoals kannibalen ook geloven dat het eten van de hersenen of andere organen van een vijand de eter met zijn moed kunnen begiftigen.
Denis met citaat van Colin Wilson
© 2002 Aura-Oasis – Denis Dhondt